De 2400 meter langemariene seismische kabelw opgerolde toestand op het achterdek. Honderden seismometers bevinden zich in de met vloeistof gevulde slang. deze 48 "traces" naast elkaar plaatsen, blijkt dat een horizontale laag als een hyperbool wordt afgebeeld, de zgn. TX-grafiek. Het is eenvoudig te zien dat de formule (v.T)2—x2 d2 geldt, waarin v de voortplantingssnelheid en T de halve looptijd tussen vertrek en ontvangst der geluidstrillingen is. Het is dus simpel om een correctie aan te bren gen, waardoor de lijn wordt recht getrokken; dit wordt de "normal move out" of NMO-correctie genoemd. De helling van de asymptoot van de hyperbool wordt bepaald door de snelheid (v) en deze wijzigt zich met de diepte, zodat de TX krommen voor verschillende lagen niet congruent zijn. Op deze manier kan men een idee krijgen van de voorplantingssnelheid als functie van de diepte. Een com plicatie treedt op als de reflecterende laag niet horizontaal is. Speciale methoden zijn ontwikkeld om dit effect in rekening te brengen. Na ieder schot zou men de hele combinatie van instrument, energiebron en kabel "spread" genaamd 1200 meter kunnen opschuiven om een volledige bedek king te krijgen. In de praktijk schuift men meestal slechts één groep op, dus 25 meter. Zodoende krijgt men voor elk reflectiepunt evenveel waarnemingen als er groepen zijn. Deze worden tot één afgeleide waarneming gesommeerd, een proces dat "stacking" wordt genoemd. Dit heeft het voordeel dat de signaal-ruis verhou- 182

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 185