ding weer wordt verbeterd, doordat de signalen elkaar versterken en de ruis juist wordt afgezwakt. Men spreekt van 24-voudige bedekking, die aan begin en eind van de lijn geleidelijk afneemt naar enkelvoudige bedekking. Stacking heeft ook het voordeel dat men reflecties van variërende invalshoeken krijgt. Bij marien werk treedt een complicatie op als er een grote feathering angle is. De reflecties komen dan niet meer van hetzelfde punt, maar liggen steeds ver der buiten het profiel, naarmate ze van verder afgelegen groepen komen. Om deze reden wordt een limiet gespecificeerd. Het opschuiven van de spread gaat op zee erg gemakkelijk; het is een continu proces, zonder de noodzaak om voor ieder schot te stoppen. Op land zijn alle geofonen in de grond geprikt; doortrekken van de kabel is niet mogelijk. Men zou steeds een groep van achter naar voor kunnen brengen, maar dit vergt te veel tijd en het transport stoort de meting. Daarom legt men een veel langere kabel uit bijvoorbeeld 10 km - en activeert in de recorder vooraan steeds nieuwe groepen, terwijl ze achteraan ontkoppeld worden, de "roll-along" methode. Het feit dat op zee iedere 25 meter geschoten wordt, bepaalt ten dele de vaarsnel- heid. Na ieder schot wil men bv. de reflecties 6 seconden lang registreren. Dan moet de tape gestopt, kort teruggespoeld en weer op snelheid gebracht voor het volgende schot. En bij 11 km/u wordt in 8 seconden meer dan 25 meter afgelegd! Instrument Uiteindelijk moeten alle metingen worden geregistreerd. Dit gebeurt via het "in strument", dat zich op land in een truck of cabine en op zee aan boord van het schip in de instrumentkamer ("doghouse") bevindt. De signalen gaan via de kabel, hoewel het op land mogelijk is om bij iedere groep een Seismic Group Recorder te plaatsen. Het moment van het schot, de "shotbreak", moet dan wel radiogra fisch .worden overgeseind, voor een gemeenschappelijke tijdreferentie. Registratie gebeurt op magneetbanden, maar voor dit kan gebeuren moeten er diverse bewerkingen plaatsvinden, waarvan de voornaamste zijn: - Voorversterking. We hebben met heel zwakke signalen te maken, die eerst versterkt moeten worden. Filtering. Onder andere moeten de hoge frequenties verwijderd worden door een anti-alias filter. Een 200 Hz en een 50 Hz signaal geven bijvoorbeeld de zelfde waarden, bij bemonstering iedere 4 msec. Om te voorkomen dat bij re- 184

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 187