VOORWOORD
Van de lustrumboekcommissie ontving ik de vraag om als dekaan van de afdeling
een kort woord vooraf te schrijven in het lustrumboek 1980—1985.
Gaarne voldoe ik hieraan, omdat de relatie tussen het Landmeetkundig Gezel
schap "Snellius" en de Afdeling der Geodesie niet alleen goed genoemd mag
worden, maar ook van wezenlijke betekenis is voor onze afdeling. Dit geldt niet
alleen voor de werksfeer, maar ook voor het vakgebied zelf en in het bijzonder
voor de ingenieursopleiding.
De laatste jaren is er veel veranderd in de onderwijswereld en dus ook in de oplei
ding voor geodetisch ingenieur en alle veranderingen hebben zelfs nog geen con
crete vorm aangenomen. In de eerste plaats denk ik hierbij aan de invoering van
een cursusduur van 4 jaar, de eerste fase. Verder zijn er de beperkte studieduur
van 6 jaar en de na-doctorale opleiding. Hierdoor staan doelstelling en inhoud
van het studieprogramma opnieuw ter discussie. Het is geen eenvoudige zaak om
aan te geven welke aspecten in de opleiding voor de toekomstige ingenieur essen
tieel zijn. Bovendien moet in de opleiding een goed evenwicht gevonden worden
tussen de meer theoretische en fundamentele aspecten en de praktische vaardig
heden. Door de invoering van een kortere cursusduur komt het laatstgenoemde
mogelijk in het gedrang. Daarnaast is het van belang dat nieuwe ontwikkelingen
en gedachtengangen worden onderkend en besproken, zodat hierop tijdig en ade
quaat kan worden gereageerd.
Ondanks genoemde kortere cursusduur en beperking in studieduur is het van het
grootste belang dat niet alleen medewerkers van de afdeling, maar ook studenten
ten nauwste betrokken blijven bij veranderingen en nieuwe ontwikkelingen.
Studeren is niet alleen een examen doen en een goed cijfer halen, maar ook actief
bezig zijn met de inhoud van het vak en goede bouwstenen aandragen voor een
optimale ingenieursopleiding. Ik kan u verzekeren, dat het niet alleen waardevol
is voor de eigen opleiding, maar ook interessant om op de een of andere manier
mee te werken aan de groei van een vakgebied.
Ook voor studenten zijn hiervoor binnen de afdeling vele mogelijkheden. Veel
studenten zijn actief in het bestuur, de afdelingsraad, de onderwijscommissie, de
vakgroepen en vele andere commissies. Een woord van waardering is hier op zijn
plaats, omdat zij veelal goed voorbereid hun mening en standpunt naar voren
brengen.
Tot slot aan "Snellius" onze hartelijke gelukwensen bij deze negende lustrum
viering. Namens de afdeling spreek ik de hoop en ook de verwachting uit dat het
15