overeenkomst vertrok, vormde een hindernis voor beide partijen. De pachter is er nu iets geruster op geworden, maar de verpachter zal mogelijk eerder zijn toe stemming onthouden, waardoor de grondkamer vaker machtigingen zal uitreiken (art. 30). Van eigenaarszijde is een bezwaar tegen de verpachting versterkt. De nieuwe landbouwkundige toetsing, zoals ontwikkeld in de Wet Agrarisch Grondverkeer (1981), is nog niet in werking getreden en zal dat misschien ook nooit doen. De Wet Voorkeursrecht Gemeenten ontneemt het voorkeursrecht aan de pachter, wanneer en voorzover het verpachte ligt in een structuurplan of een ter inzage gelegd ontwerp daarvan en de verpachter ingevolge het bepaalde in art. 2, 6, 10, 24 en 27 van die wet overgaat tot vervreemding aan de gemeente (art. 56f, lid 8, ingevoerd per 1 januari 1985). Hier wijkt een privaatrechtelijk voor een publiek rechtelijk voorkeursrecht. De pachtprijzen De pachtnormenbesluiten, gegeven bij algemene maatregel van bestuur (art. 3), worden elke drie jaar vernieuwd; de laatste versie dateert van 1983. Zij bevatten basisbedragen voor verschillende grondsoorten en wel telkens in drie kwaliteits klassen, met toeslagen of aftrekposten voorzover de kwaliteit van de ontsluiting, de waterhuishouding en de verkaveling van het gemiddelde afwijkt. Aldus bestaat een grote variëteit in prijsniveau. De ongezond hoge grondprijzen van 1978 gingen gepaard met een hoogst toelaat bare pachtprijs voor de beste zeekleigrond met de beste externe produktieom- standigheden van fl. 700,- per ha. Bij een redelijk aanvaardbaar prijspeil luidt de zelfde norm thans fl. 825,—. Het rendement van de belegger is dus in niet onbe langrijke mate toegenomen, al is het nog laag, zeker in vergelijking met dat van verhuurde objecten. Het beleid terzake is dus geleidelijk een weinig economischer van aard. Er is ook een tabel voor de hoogst toelaatbare pachtprijs van bedrijfsgebouwen. Variabelen zijn bedrijfstype, bedrijfsgrootte en kwaliteit van de gebouwen. Een zeer goed gebouw kost zo'n fl. 300,— per ha. per jaar op een bedrijf van 25 ha., dus zo'n fl. 7500,— per jaar. Het rendement is aldus misschien slechts een derde van dat bij een zuiver economische benadering. Veel evenwichtiger in economisch opzicht is de bouw of ingrijpende verbouwing door de verpachter van een be drijfsgebouw waarvan ontwerp en kosten met de pachter zijn overeengekomen. De hoogst toelaatbare pachtprijs wordt dan berekend naar de jaarlijkse afschrij- 196

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 199