pachting zonder toestemming (art. 32) hebben geen ontbinding van de pachtover
eenkomst tot gevolg, wanneer de pachter de ongewenste situatie ongedaan maakt.
Al deze vrije benaderingen van dwingend recht werken in het voordeel van de
pachter.
Slecht beheer door de pachter (art. 25) leidt niet snel tot niet-verlenging (art. 39)
of ontbinding (art. 56), zie ook het rechterlijk onderzoek ter plaatse met de her
kansing (art. 55).
In het verlengingsgeding tegen de verpachter wiens persoonlijk gebruik niet van
overwegende betekenis is, wordt de grondslag van het maatschappelijk bestaan
van de pachter (art. 41, lid 2) vereenzelvigd met diens bestaan als landbouwer,
waardoor neveninkomsten en uitkeringen zelden in aanmerking worden genomen.
Aldus heeft de pachter een belangrijke kans op verlenging. Mocht het persoonlijk
gebruik van de verpachter of van diens naaste van overwegende betekenis zijn,
dan nog helpt deze grondslaginterpretatie de pachter aan een verlenging tot zes
jaar na de eventuele eigenaarsopvolging onder bijzondere titel (art. 43). Een en
ander wordt versterkt door de hoge eisen die aan het belang van het gebruik door
de verpachter worden gesteld.
Op de vordering tot indeplaatsstelling van een naaste verwant, ingesteld door de
pachter (art. 49) of door een van de gegadigden na diens overlijden (art. 54) zou
de pachtkamer naar billijkheid moeten beslissen, d.w.z. dat zij de belangen van
partijen met elkaar zou moeten vergelijken. Bovendien moet zij de vordering af
wijzen indien de kandidaat niet voldoende waarborgen voor een behoorlijke be
drijfsvoering biedt. De jurisprudentie laat van een belangenafweging niets zien en
geeft de kandidaat weldra een kans of het voordeel van de twijfel.
De grondkamer ziet niet weldra een ernstige reden voor de verpachter de pachter
niet in de gelegenheid te stellen eigenaar of zakelijk gerechtigde te worden (art.
56e, lid 2). Stelt de verpachter bijvoorbeeld dat het verpachte samen met ander
onroerend goed een eenheid vormt, bijvoorbeeld een landgoed, die hij wil ver
vreemden, dan moet hij met sterke argumenten komen om de pachter het voor
keursrecht uit handen te slaan.
Conclusie
De Pachtwet is uitgesproken sociaal-economisch van karakter, met de nadruk op
de bescherming van de pachter. Men kan de indruk krijgen dat de jurisprudentie
nog aan die bescherming heeft toegevoegd. Recente wetswijzigingen tonen een
evenwichtiger instelling, mogelijk wordt in de toekomst de positie van de ver
pachter aantrekkelijker gemaakt, mede om de pacht als financieringsinstituut van
198