takels (20% bodemreactie) een onafhankelijke meting uitgevoerd met een TC1 tachymeter. De tijdens deze momenten gemeten stand van de pijler werd met behulp van een programma op de tafelcomputer HP 9835 gerelateerd aan de gemeten of verwach te stand van de aanliggende pijlers. Het resultaat van deze relatieve keuring werd door een groep van deskundigen van Rijkswaterstaat en de aannemerscombinatie Dosbouw beoordeeld. Na volledige 100% bodembelasting werd de stand van de pijler nogmaals ter con trole ingemeten met behulp van de genoemde TC1 tachymeter en waterpasinstru ment. Onderstaande tabel geeft de gemiddelde verschillen en hun standaardafwijking weer in de stand van de pijler verkregen met het survey systeem en uit de onaf hankelijke controlemeting van alle plaatsingen. A0X mm/m A0Y mm/m A0Z mm/m AX mm AY mm AZ mm 0.08 -0.05 -0.05 -3.5 -4.1 18 2 o 0.98 0.98 1.56 32.0 35.4 42.2 aangeno men 2 o 0.7 0.7 2.3 34 36 24 Uit deze resultaten kan worden geconcludeerd dat het survey systeem goed heeft gefunctioneerd. De engiszins grotere afwijkingen dan oorspronkelijk verwacht zijn waarschijnlijk te wijten aan resterende systematische fouten na calibratie. Plaatsingsresultaten Het plaatsen van de pijlers heeft geheel voldaan aan de gestelde toleranties. Alleen tussen twee pijlers in de Roompot is de maattolerantie aangaande de torsie van de schuif bewust enigszins overschreden door het niet toepassen van een tegel- mat. In verband met de voorspelbare scheefstand tengevolge van afwijkingen in de fundering werd voor een aantal pijlers de theoretische voetmaat aangepast ten einde op schuifgeleidingsniveau de afwijkingen zo gering mogelijk te houden. 216

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 219