VAN SATELLITE GEODESY TOT SATELLIETGEODESIE oftewel: Waarom (satelliet)laserfastandmeting een logische ontwikkeling vormt in Darwin's evolutieleer Ir. B.H.W. van Gelder Oud Realiseren dat je oud wordt, is college geven aan eerstejaars die nog moesten wor den geboren toen je zelf al geodesie studeerde. Oud worden is ook gevraagd wor den om voor het Snellius Lustrumboek een bijdrage te leveren met achter je toch al weer zo'n dikke acht centimeter aan lustrumboeken op de plank. Ik herinner me nog dat je als eerstejaars in 1966 werd bevolen (daar kwam het op neer) het toen toch al weer één jaar oude '60—'65 lustrumboek aan te schaf fen. Het was een prachtig in blauw leer gebonden boek. Het bleek echter het laatste in zijn soort te zijn: de paperback deed zijn intrede in een tijdperk waarin de lezer meer en meer het ongemak der rugklachten met zijn boeken ging delen. Mijn eerste lustrumboek probeerde niet zo zeer een overzicht te geven van de ty pische deelgebieden waarop geodeten werkzaam zijn, maar accentueerde "de ge bieden rond de geodesie". Twee artikelen vallen daarbij op: één van Prof.Ir. Bruins (emeritus hoogleraar van onze afdeling) die de betekenis van kunstmanen voor de geodesie belichtte (citaat: het randgebied dat tegenwoordig wel wordt aangeduid Figuur 1. MTLRS-2 in actie tijdens testmetingen in Wettzell, West Duitsland 223

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 226