4. Zijn de hoogtemetingen gecontroleerd? Ik vrees dat geen enkele geodeet aan een meetprocédé zijn kostbare tijd wil beste den als er geen mogelijkheid tot controle van metingen zou zijn. Terecht overi gens want wetenschappelijk gezien moet een meting altijd aan een aantal elemen taire eisen voldoen; dit zijn: 1. herhaalbaarheid; 2. eenduidigheid en 3. stabiliteit. Het grappige is dat dat hier ook weer om de hoek komt kijken. Controlemetingen worden namelijk verkregen op zgn. cross-over points en co-linear tracks. Cross over points zijn locaties waarbij twee ground tracks van een satelliet elkaar krui sen. Op zo'n locatie zouden beide hoogtemetingen een identieke zeeoppervlakte ten opzichte van een referentie-ellipsoïde moeten opleveren. Co-linear tracks ontstaan als een satelliet na verloop van tijd weer terugkomt op eenzelfde ground- track. Het lijkt dan net of de baan (geprojecteerd op het aardoppervlak) in z'n eigen staart bijt. Beide controlemogelijkheden worden gebruikt om een eenduidig zeeoppervlak te definiëren. Hierbij wordt o.a. gebruik gemaakt van het kleinste kwadraten procé dé. 5. Waarvoor worden de uiteindelijke resultaten gebruikt? Zowel geodeten als oceanografen zijn geïnteresseerd in de uiteindelijke resulta ten. Geodeten omdat onze kennis van het zwaartekrachtveld verbeterd wordt door altimetrie, oceanografen omdat allerlei relevante grootheden op een relatief goedkope manier gemeten kunnen worden. Tot nu toe kan rustig gesteld worden dat voor de bepalingen van het globale aard se zwaartekrachtveld de altimetrie de grootste informatiebron is naast terrestri- sche waarnemingen. Seasat en Geos 3 hebben in hun relatief korte levensduur meer geheimen van het zwaartekrachtveld ontsluierd dan dat daarvoor bekend was! 6. Besluit Sinds begin december 1984 ben ik bezig met een onderzoek waarbij hier maar een aantal facetten genoemd is. Een interessant verschijnsel is dat het geen puur theoretisch onderzoek is omdat er een hele boel waarnemingen zijn die ook blun ders bevatten. Kortom, werk genoeg om theorie (het bepalen van een eenduidig verbeterd zwaartekrachtveld) en praktijk (de missie van een satelliet met alle pro blemen van dien) in een model te verenigen. 236

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 239