tegen zo laag mogelijke kosten.
Uit politieke en geologische gegevens volgt dat er slechts een beperkt aantal sta
tions mogelijk is. Tussen deze stations zijn echter te veel baselines mogelijk om
deze alle te kunnen meten. Het probleem is nu dus gereduceerd tot het kiezen
van een subset van baselines uit de verzameling van alle mogelijke baselines.
Bij de eerste pogingen om automatisch tot een optimaal netwerk te komen, wer
den alle baselines en baseline-verschillen berekend en volgens een bepaald crite
rium geordend (bijv. naar aflopend afstand-verschil). Hierna werden de baselines
één voor één van achteren af uit de verzameling baselines verwijderd en werd de
precisie en betrouwbaarheid van het overgebleven netwerk opnieuw geëvalueerd.
Dit leverde een reductie van het aantal baselines op, maar duidelijk was wel dat
de gevonden oplossing niet optimaal was. Het bleek dat er geen (relatief eenvou
dige) ordening te vinden was die een optimaal netwerk opleverde. Er werd beslo
ten dat een interactief verkenningsprogramma wellicht een oplossing kon geven.
Om een herprogrammering van het numerieke gedeelte te vermijden was de eerste
opzet als volgtUit een geophysische hypothese met betrekking tot de schollen-
beweging werden voor alle mogelijke baselines de master design matrix berekend.
Omdat destijds de PDP 11/70 van de afdeling geodesie te klein was om dit uit te
rekenen gebeurde dit op de Amdahl (mainframe) van de TH Delft. Deze master
design matrix wordt na conversie als invoer gebruikt voor een interactief pro
gramma op de PDP 11/70. Op de VAX 11/750 die nu op geodesie geplaatst is
kunnen beide stappen worden uitgevoerd.
De kern van het interactieve programma (GEOF) is een kleinste kwadraten ver
effeningsprogramma, volgens de methode die in Delft gangbaar is. Hier omheen
is een in- en uitvoer-module en een administratie-module gebouwd.
De invoer-module regelt de invoer, niet alleen van de terminal maar ook met files
die op schijf opgeslagen zijn, zoals de master design matrix en evt. baseline verza
melingen.
Het administratie-gedeelte houdt bij welke baselines wel en niet in de verkenning
worden gebruikt en kan baselines toevoegen en verwijderen. Het bouwt een design
matrix voor de verkenning uit gedeeltes van de ingevoerde master design matrix
en de nog in de verkenning aanwezige baselines. Deze design matrix dient als in
voer voor het vereffenings-gedeelte.
240