Er is naar gestreefd zoveel mogelijk hard- en software onafhankelijk te werken.
Dit heeft onder andere geresulteerd in een subroutine-pakket over de grafische
software van Intergraph heen. Achteraf bleken deze routines voor anderen ook
heel bruikbaar, omdat ze zeer eenvoudig in gebruik zijn.
Het conversieprogramma
Dit eerste stuk software heeft de naam SCON meegekregen en staat voor Segment
CONversion. Er bestaan verschillende ingangen:
Intergraph design file
Data file beginnend per segment met het aantal punten daarvan en vervolgens
de coördinaten van die punten
Een lijn-segmenten file.
De tweede mogelijkheid is toegevoegd om onafhankelijk van welke machine dan
ook in te kunnen voeren. De laatste ingang kan worden gebruikt om de segmen
ten file te controleren op fouten (zie ook de editor).
Naast de keuze van de ingang kan ook de manier van digitaliseren worden geko
zen: met of zonder de centroids. Worden deze meegedigitaliseerd dan moet voor
af een punt binnen ieder oppervlak worden aangewezen dat dat representeert.
Dit is iets meer werk dan de methode zonder centroids, maar er is wel meer con
trole op de invoer.
Uitvoer kan op twee manieren: volgens het lijnsegmenten format en volgens een
format dat direct geschikt is voor GIMMS (een kartografisch softwarepakket dat
ook op Geodesie aanwezig is). Verder is er nog een file met statistische gegevens
en eventueel foutmeldingen.
Het programma kan zowel interactief als in de batch gedraaid worden, dit laatste
omdat er vrij veel input en output is, wat over het algemeen de snelheid van het
programma niet ten goede komt.
Het plot programma
SPL oftewel Segment PLotter is de naam van dit onderdeel. De invoer ervan is
altijd een segment file, de uitvoer altijd een design file van Intergraph. De keuze
wordt aan de gebruiker overgelaten of hij segmenten in zijn geheel laat plotten
(dus tot en met de centroids) of alleen tussen de knooppunten.
245