tische geodesie met mathematische geodesie opgevat in de Delft se betekenis: waarnemingsrekening, vereffeningstechniek en, vooral vlakke, puntsbepaling. Ik kom hier nog uitgebreid op terug. De drie grote namen in deze Delftse School zijn, in volgorde van opkomst, Tien stra (1895—1951), Baarda (1917) en Alberda (1926). Tienstra kwam in 1935 als buitengewoon hoogleraar in Delft bij de toen juist opgerichte opleiding voor Civiel Landmeter; pas veel later (in 1948) zou deze tot de studierichting voor geodetisch ingenieur uitgroeien. In 1939 werd hij gewoon hoogleraar. Baarda behoorde tot de eerste lichting van de landmeters-opleiding, hij werd lector in 1946 en volgde Tienstra in 1952 op. Alberda op zijn beurt behoorde meer tot één van de eerste jaargangen van de ingenieursstudie, werd lector in 1970 en hoogleraar bij de "generale bevordering" van 1980. Prof. Baarda ging per sep- 255 R.K.kerk aan de Boskant te 's-Gravenhaqe van G.Molière. fig- 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 258