zeker als inspiratiebron.
Ook qua uitstraling herkent men de schoolvorming. Vroegere pupillen bezetten
inmiddels belangrijke posities in het onderwijs in binnen- en buitenland. Meer-
dink op de HTS in Utrecht, Van Mierlo in Karlsruhe en Molenaar sinds kort in
Wageningen. Anderen klimmen gestaag naar hoge posten in de praktijk. Inhou
delijk blijft het succes van "Delft" in de praktijk hier in feite wat bij achter. Een
aantal elementen uit de theorie is wel degelijk geaccepteerd, maar andere stuiten
op weerstand. De praktijk zet zich vaak wat af tegen de al te "deftig" (een echte
Baarda-term) geachte theoretische ontwikkelingen aan de afdeling. Is dit de oude
tegenstelling tussen de nuchtere civiel-landmeters en de idealistische vernieuwers
van de academische opleiding?
Er zijn meer sociologische kenmerken van een school te herkennen: een zekere
geslotenheid, een zeker dogmatisme vooral in discussies met buitenstaanders. En
een eigen taal: de notatie bijvoorbeeld, en het gebruik van formules zoals "expe
rimenteel limietproces" en "interne en externe betrouwbaarheid". Het grappige
is dat dergelijke formules niet alleen door mensen met kennis van zaken gebruikt
worden maar ook door relatieve buitenstaanders en door ternauwernood gei'ni-
tieerden" die alleen nog maar de klepel hebben horen luiden. Een en ander heeft
op de buitenwacht zijn effect niet gemist. De school wordt duidelijk herkend,
zoals blijkt uit uitdrukkingen als "de Baarda-boys" en "de Baardiaanse traditie".
Hoe dan ook, sociologisch gezien is er geen twijfel aan: er is een Delftse School!
Voordat ik op het inhoudelijke aspect inga, wil ik de rol van zo'n school in de
geodesie en in de opleiding bekijken.
Geodesie is een vakgebied dat, net als bijvoorbeeld de sociale geografie, van tijd
tot tijd met zijn identiteit worstelt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de overdreven aan
dacht die aan de definitie, de doelstelling van het vak wordt gehecht. Ieder kent
de trefwoorden: vormbepaling, zwaartekrachtsveld, relatie mensen-grond. Of via
de procesmatige benadering: inwinnen, verwerken, registreren en presenteren van
grondgebonden informatie. Allerlei andere vakken (van recht tot werktuigbouw
kunde) doen daar, geloof ik, meestal niet zo moeilijk over: men wéét wat men
kan, men doet wat men kan en wat voor de hand ligt en voorziet aldus in een
maatschappelijke behoefte. Daar heeft men zo'n uitgebreide definitie niet voor
nodig. Klaarblijkelijk ontleent men zijn identiteit eerder aan een min of meer
exclusief pakket van technische kennis en praktische vaardigheden dan aan een
mooie definitie. Bovendien is de definitie van geodesie een rationalisatie. Het vak
is simpelweg historisch gegroeid en wel via de twee lijnen: landmeten puntsbe-
257