paling hogere geodesie ruimte geodesie, respectievelijk kadaster recht vastgoedsystemen planologie. In Nederland althans is zowel de navigatie als de natuurwetenschappelijke com ponent (geofysica, astronomie) pas de laatste jaren weer sinds lange tijd volop terug van weggeweest. Ik bedoel maar: de ontwikkeling en de taakverdeling met andere disciplines had ook best anders kunnen uitvallen. Op het punt van de identiteit denk ik nu juist dat de Delftse School een reële bij drage levert, namelijk zowel in de vorm van een visie op het vak als in de vorm van samenhangende kennis en vaardigheden. Aldus kan een traditie als boven omschreven de geodeet een gerechtvaardigd zelfvertrouwen bezorgen. Gerecht vaardigd door een doordachte en gedegen opleiding, met een unieke vakken-com binatie en enkele sterke specialisaties waaronder dus de mathematische geode sie. Als het goed is kan uit dit zelfvertrouwen dan weer een gezond wantrouwen, een kritische instelling tegenover gevestigde autoriteiten van elders voortvloeien. Wel mis ik hier twee gevaren-signalen die een al te chauvinistische instelling on der de aanhangers van de school met zich mee kan brengen. Ten eerste kan een dergelijke houding op niet-geodeten een onbescheiden en arrogante indruk ma ken, wat de goede samenwerking niet ten goede zal komen. Ten tweede kan de geborgenheid van de traditie tot ongemotiveerde afwijzing van andermans denk beelden leiden, tot onvoldoende openheid tegenover potentiële "tegenstanders", en daarmee tot verstoring. Baarda heeft van jongs af aan tegen gevestigde autoriteiten geen blad voor de mond genomen vaak terecht. Maar binnen de Delftse School, en zeker de laat ste jaren ook daarbuiten, was hij natuurlijk zelf ook een autoriteit. Met kritiek had hij het soms wel moeilijk, geloof ik, maar uiteindelijk waren zijn meest kri tische leerlingen hem waarschijnlijk toch het liefst. Zonder anderen onrecht te willen doen noem ik hier Schwartz, Houtenbos en Creusen. Baarda's visie strekt zich uit over het gehele vakgebied. Juist de universaliteit er van maakt deze visie tot een zo geschikte bouwsteen voor de geodetische identi teit. Het zou echter kunnen dat deze ene visie in de opleiding, ook buiten de mathematische geodesie, tezeer de boventoon ging voeren. Dit zou wel gemakke lijk zijn voor de studenten, maar tot een te eenzijdige vorming leiden. Gelukkig dat de zelfstandigheid, de eigenwijsheid, van de andere onderwijsgevers steeds ruimschoots heeft gezorgd dat een dergelijke situatie niet op kon treden. De presentatie van een conceptueel bouwwerk als dat van Baarda in het onder- 258

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 261