geen duidelijkheid hierover bestaat. Vast staat echter dat onze uitgangspunten niet meer van toepassing zijn. (2) Hoofddoel bij het opstellen van het studie programma voor de le fase was om de kwaliteit en breedte van het oude pro gramma ook in het nieuwe programma te waarborgen. Dit resulteerde in een verzwaring van het studiepakket voor de studenten. Hier zou stroomlijning van het programma en een duidelijkere beperking tot de fundamentele ge dachtelijnen kunnen helpen. Op het ogenblik ondergaat de afdeling een generatiewisseling in het kroondo centenbestand. Dit zal vanzelfsprekend tot accentverschuivingen in onderwijs en onderzoek leiden. Het zal moeten blijken of de afdeling in staat is om met deze operatie het fundament voor de volgende twintig jaar te leggen. De afdeling doet haar best om op nieuwe ontwikkelingen in de beroepsprak tijk in te spelen. Dit jaar gaat een nieuwe interdisciplinaire eind studierichting van start in samenwerking met de afdelingen algemene wetenschappen, bouw kunde en civiele techniek11): de richting technische bestuurskunde. Tegelij kertijd begint een internationale cursus "land information systems" in samen werking met het ITC en zijn er plannen om een aparte studierichting of een eindstudierichting "hydrografisch ingenieur" op te richten. Juist deze ontwikkelingen leiden tot de belangrijke vraag of onze studie deze breedte nog aankan. Zou het niet beter zijn om de studie in twee richtingen te splitsen (fysisch-mathematisch en planologisch-administratief) met twee aparte diploma's? Zou men moeten terugkeren naar de situatie van voor 1949? In de jaren zeventig heeft men bewust deze stap niet gedaan12) en ik zou de splitsing nog steeds als desastreus zien. Een van de sterkste kanten van de geodeet, nl. de ideale combinatie van wiskunde en recht (en andere maatschappijwetenschappen) zou daardoor verloren gaan. Als wij natuurkunde, een vak met een grotere breed te dan geodesie, als voorbeeld nemen dan constateren we dat ook daar ondanks de grote verschillen in de eindstudierichtingen wordt vastgehouden aan één di ploma. Het resultaat hiervan is .een zeer brede keus van werkterreinen voor alle natuurkundig ingenieurs. Aan de andere kant is het wel zo dat er een principieel verschil met de situatie bij geodesie bestaat, nl. de combinatie van natuurweten schappelijke en maatschappijwetenschappelijke vakken. Terminologie, doelstel lingen en methodiek van deze twee hoofdlijnen binnen de geodesie zijn zeer ver schillend.13) Het vasthouden aan de twee poten in ons studieprogramma is wen selijk. Maar dit principe zal op lange termijn alleen gehandhaafd kunnen worden door een duidelijke concentratie op de hoofdlijnen, met andere woorden door het studieprogramma te "fundamentaliseren". In dit verband een opmerking over de relatie van studie en beroepspraktijk. In de 280

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 283