vier weg, kletterde de metalen kokers met vernieuwde netteplans en bijbladen bij
de postambtenaar door het loket en draafde naar het station Hollands Spoor waar
ik nog net de trein van kwart over vier naar Rotterdam kon halen. Dat treintje
werd door het spoorwegpersoneel het "herentreintje" genoemd omdat het vol
zat met hoger personeel dat onder de druk van de oorlogsomstandigheden wat
vroeger naar huis ging. Bij station Blaak, dat toen nog zoals het ook hoort "De
Beurs" heette, stapte ik uit en kon dan nog een uurtje in de bibliotheek door
brengen.
Wat later, toen ik beter met de immense boekenverzameling vertrouwd raakte,
ging ik naast leesboeken ook andere boeken lenen; over de geschiedenis van Rot
terdam, over plantkunde, maar ook wiskundeboeken zoals "Het Onmeetbare
Getal" van Prof. Schuh. In dat boek maakte ik voor het eerst kennis met een strikt
logische algebraïsche theorie. Dat was pas wiskunde! De abstracte algebra heb ik
voor de rest van mijn leven het boeiendste deel van de wiskunde gevonden, waar
aan ik in een hobby-achtige sfeer veel plezier heb beleefd.
De handlichting van de Blauwe Juffrouw verrijkte mijn leven in een kale tijd.
Wanneer er vele jaren later studenten bij mij kwamen en mij vertelden dat ze in
botsing gekomen waren of dreigden te komen met de reglementen, de normen, de
toelatingseisen of wat er al zo meer aan goed bedoelde verkeersdrempels zijn aan
gebracht in de weg naar het einddiploma, dan dwaalden mijn gedachten tijdens
het gesprek nog wel eens af naar de Nieuwe Markt in Rotterdam en dacht ik aan
de Blauwe Juffrouw en de wijze waarop zij de voorschriften met haar verstand
en haar hart toepaste. Wanneer dan een handlichting ten behoeve van de student
naar mijn eigen inzicht redelijk en verantwoord was en zijn of haar studieverloop
en maatschappelijke vorming (ik kom op dat laatste straks nog even terug) ten
goede zou komen, dan ging ik zelf wel eens op pad om, zoals de Blauwe Juffrouw
dat uitdrukte "iets voor hem of haar te doen".
Daarbij kwam ik een enkele maal de neeschuddende en doorschrijvende ambte
naar wel eens tegen, maar bijna altijd was er wel iemand te vinden die de rol van
de Blauwe Juffrouw wilde spelen, door een oogje dicht te knijpen, een extra
kans te geven of een valbijl nog eventjes tegen te houden.
Het onderhouden van relaties met blauwe juffrouwen, waartoe elke studie-advi
seur zich wel eens zal laten verleiden is maar een zeer klein onderdeel van zijn of
haar takenpakket. Voor docenten en medewerkers is het echter wel het meest in
het oog vallende deel van de activiteiten van de studie-adviseur waardoor sommi
gen denken dat de studie-adviseur zelf de blauwe juffrouw bij uitstek is. Maar zo
is het natuurlijk niet. Het grootste en verreweg het belangrijkste deel van het werk
van de studie-adviseur en ook van alle andere welzijnswerkers blijft verborgen
door de geheimhouding waaraan zij gebonden zijn. Die onbekendheid maakt dat
25