De perspectivische projectie in het oog. een hoog bouwwerk of in een vliegtuig is dit het geval. De aarde lijkt een kom die dieper wordt naarmate we hoger stijgen. Zo welft de hemel zich naar bene den. We zien een wolkendek als een stolp waarvan het hoogste punt boven ons hoofd is en de rand de einder raakt. Zouden we opstijgen dan wordt de stolp ondieper, we gaan er doorheen en het wolkendek toont zich als een steeds dieper wordende schaal, net als het land wanneer we dat van boven bezien. De mens is gevangen in zijn gezichtsveld. De grote platte aarde en hemel worden vervormd tot een kleine schotel met een klein stolp erop. De straal van beide be draagt zo'n 25 km wanneer de waarnemer op de grond staat. Als twee waarne mers op 50 km van elkaar staan kunnen ze niet in eikaars schaal kijken. Die is immers achter de einder verborgen. Maar is de aarde daarom rond? Zo neemt men hetin tegenstelling met een bolvormin alle richtingen waar. Van een hoge standplaats ziet men de gezichtseinder ook recht voor zich op dit hoog niveau. Zo ziet men het vanaf een hoge standplaats nooithetgeen op een bol wél het ge val zou zijn. Zo heeft men het zich voorgesteld. 292

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 295