Als derde en laatste excursie-nut is het leggen van contacten van belang. Zoals ge
bruikelijk bij een excursie-onderdeel, krijgt men, in een zaaltje, een brok toepas
singsgerichte theorie toegediend, waarna een praktijkwerker aanschouwd kan
worden. Na afloop, of tijdens de lunch vinden dan zeer belangrijke contacten
plaats tussen student en practicus. Wanneer een student een aardig praktijk-on
derdeel ziet, kan hij proberen reeds in een vroeg stadium door te dringen in de
praktijk, om later gemakkelijker aan het werk te komen. Andersom kan het ook.
Wanneer een practicus bijzondere interesse heeft in een tak van de studie, kan hij
trachten één of meer studenten in een vroeg stadium in de voor hem gewenste
richting te bewegen. Voor de student kan dit resulteren in een goede baan, en
het bedrijfsleven wordt geholpen door beter opgeleide aankomende werknemers.
Kortom, een wederzijds gevecht om hoger op de maatschappelijke ladder te
klimmen.
Met deze drie argumenten kunt u het waarschijnlijk wel eens zijn. Nu uw volgen
de vraag, die over de financiering. In deze zee van financiële regelingen is als goed
te volgen grote lijn een duidelijke vaargeul te ontdekken. Men kan echter in de
problemen komen, wanneer men zich een grondiger beeld wil verschaffen van fi
nanciële maritieme levensvormen als S.R.F, bedrijven, sponsors en studenten. Dit
artikel houdt zich ver van problemen. Hier volgt een korte bewegwijzering van de
aanwezige vaargeul.
De middelen moeten door de studievereniging zelf bij elkaar gebracht worden.
Een bron van gelden is het S.R.F., het Studie Reis Fonds. Dit is een fonds van de
TH en het bedrijfsleven. De VSSD (Vereniging voor Studie- en Studenten belan
gen in Delft) beheert de gelden. Mits de studenten zorg dragen dat het bedrijfsle
ven in 30 procent van een jaarlijks vast te stellen budget voorziet, stort de TH de
overige 70 procent. Dit is een zeer belangrijke inkomstenbron, die, tot een per
studievereniging wisselend maximum, de helft van de gemaakte kosten vergoedt.
Helaas is, door de economische recessie, het enthousiasme waarmee geld in deze
pot gestort wordt, aanmerkelijk afgenomen.
Hierom wordt door veel studieverenigingen rechtstreeks een beroep op het be
drijfsleven gedaan, middelen te storten, voor een bepaald bedrag garant te staan,
of anderszins in de kosten van de buitenlandse reis bij te dragen. Hiermee snijdt
men zich, op langere termijn, in de vingers, omdat veel bedrijven nu eenmaal niet
tweemaal voor hetzelfde doel geven, nl. één keer aan het SRF en de tweede maal
rechtstreeks. Bovendien is de bijdrage, die op de tweede wijze wordt verkregen,
relatief veel kleiner dan die via het SRF. Ook wordt het bedrag voor deze exter
ne financiering verrekend met het SRF-bedrag. In grote trekken geldt hetzelfde
voor specifieke, doelgerichte subsidies van bijvoorbeeld het ministerie van Onder-
357