trekken. Uit berichten uit Vught bleek inmiddels dat men daar een redelijke be
handeling genoot en een zekere mate van handelingsvrijheid had. Dit deed mij,
terug in Twente, besluiten een actie op touw te zetten om een groot aantal boe
ken van particulieren in te zamelen en deze naar Vught te zenden. Een bevriende
relatie was zo vriendelijk daarvoor enkele kisten te timmeren, die ik gevuld met
boeken aan mijn collega en vriend Boer zond. Tevens schreef ik een brief aan de
Kampcommandant met een lijst van de verzonden boeken.
Waarschijnlijk had dit laatste tot gevolg dat de kisten ongeopend bij de "post"
werden uitgereikt aan Boer.
Inmiddels begonnen begin maart geruchten de ronde te doen over een loyaliteits
verklaring. Onder de studenten was wijd verspreid het gevoel aanwezig, dat je een
zodanige verklaring niet kon tekenen: het zou een capitulatie aan de Duitsers be
tekenen. Op 12 maart 1943 kwam de officiële publikatie omtrent de loyaliteits
verklaring (zie bijlage 1). In die dagen werden ook alle studenten vrijgelaten, die
in Vught gevangen werden gehouden, met uitzondering van de Delftse. Eind
maart zond de Senaat van de T.H. een toch wel zwakke brief aan Van Dam met
het verzoek de eis om de loyaliteitsverklaring te ondertekenen te laten vallen en
met de mededeling dat er geen colleges zouden worden gegeven, voordat alle stu
denten uit Vught zouden zijn ontslagen. Op 1 april werden nu ook de Delftse
studenten vrijgelaten.
Toen in de afgelopen weken gebleken was, dat een belangrijk deel van de studen
ten niet zou tekenen, trachtte Van Dam hen alsnog over de streep te halen door
op 6 april in een radiotoespraak de garantie te geven dat een ieder, die vóór 11
april zou tekenen, normaal verder zou kunnen studeren. Nu volgen de gebeurte
nissen elkaar snel op. Op 7 april de volgende verklaring van de Minister van On
derwijs vanuit Londen, over Radio Oranje: "Het vaderland en de regering eisen,
dat ook de President-Curatoren en Rectoren van de universiteiten zich onthou
den van iedere medewerking wat betreft het verkrijgen der verklaringen."
Desondanks adviseert de Senaat der T.H. de volgende dag, 8 april, met slechts 10
stemmen tegen, tot tekenen!
Veel studenten waren in hun universiteitssteden aangekomen om zich op de
hoogte te stellen van wat wel en wat niet gedaan moest worden. Overal kwamen
ze in groepen bijeen om te discussiëren over de voor- en nadelen van het tekenen.
Een redelijk grote groep was principieel tegen het tekenen, een andere, kleinere
groep had tegen het tekenen geen bezwaar en zou dat dan ook doen. Hun motief
was ofwel lijfsbehoud, dan wel de wens om de studie zo snel mogelijk te voltooi
en. Een grote middenmoot werd gevormd door studenten die nog niet tot een
372