was: "Wat heb je gedaan?"
"Nou, niet getekend."
De reactie was: "Goddank."
Ze zouden zich geschaamd hebben als ik wel had getekend!
Hierna volgden enkele weken van betrekkelijke rust, een stilte voor de storm. Op
4 mei legde de Sicherheitspolizei beslag op het kaartsysteem van ingeschrevenen
aan de T.H. en op de lijst van tekenaars, welke zich in het hoofdgebouw bevond.
Binnen 24 uur, derhalve op 5 mei, beschikte de SS-generaal Rauter, dat alle niet-
tekenaars zich op 6 mei in Ommen moesten melden om doorgezonden te worden
naar Duitsland om te worden ingezet in het arbeidsproces. Er was slechts één dag
bedenktijk en de ouders werden met zware sancties bedreigd.
Resultaat was dat ongeveer 850 Delftse studenten (bijna 30%) zich in Ommen
meldden. Voor geheel Nederland waren dat in totaal 3800 studenten.
Mijn besluit stond al bij voorbaat vast. Ik had éénmaal A gezegd, ik zou nu ook B
zeggen, hoewel ik op dat moment nog geen onderduikadres had. Samen met twee
plaatsgenoten (studerend respectievelijk in Wageningen en Groningen) kon ik
voorlopig terecht in een zomerhuisje van één der ouders in de omgeving van De
venter. Van daaruit werden wij na anderhalve maand via de O.D. (de illegale
Orde Dienst) naar een meer definitieve bestemming gezonden. De student uit
Groningen en ik moesten ons melden op een adres in Doetinchem, een sigaren
winkel. Daar kwam een boer uit de omgeving met ons praten. Hij had twee adres
sen, eveneens boeren, bij elk waarvan hij één van ons kon plaatsen. Dat gesprek
was nodig om hem een keus te laten maken wie naar welk adres zou moeten. Al
les werd gedaan om brokken te vermijden.
Ik had een fantastisch pleeggezin, maar daar zal ik niet verder over uitweiden. Ik
bleef daar tot de zomer van 1944. Toen werd het in de Achterhoek voor de on
derduikers steeds onrustiger; regelmatig dreigden razzia's en overvallen op boer
derijen. Ik besloot die risico's te ontlopen en maar weer naar huis te gaan. Op de
dag na mijn vertrek werd de boerderij 's nachts door de Grüne Polizei omsingeld
en doorzocht Zonder geluk vaart niemand wel.
Even terug naar de situatie in Delft. Zoals reeds gemeld tekenden er van de 3000
studenten rond 750 en waren 850 naar Duitsland afgevoerd. De overige 1400
waren dus ondergedoken.
Van de tekenaars waren er velen die voelden dat verder studeren ongepast en on
sportief was. Ongeveer 2/3 van de tekenaars wenste echter wel te profiteren van
374