fig. 4
laars-waterpas dus al meer dan twee duizend jaar oud te zijn. Gezien de simpele
uitvoering en het voor de hand liggende principe behoeft dat geen verwondering
te wekken. Wel is het goed te realiseren dat het automatisch waterpasinstrument,
dat vanaf het midden van de 20e eeuw zo'n enorme opgang heeft gemaakt, in
feite berust op het zelfde principe nJ. de directe invloed van de zwaartekracht.
Dat echter het flesjeswaterpas bijna net zo oud is lag minder voor de hand, te
meer daar dit instrument van Heron in onbruik is geraakt en in de middeleeuwen
totaal onbekend was. Eerst in het midden van de 17e eeuw wordt het instrument
opnieuw "uitgevonden" door een zekere Riccioli.
Bekijken we tot slot de meetprocedure met de Chorobates (fig. 4) dan herken
nen we direct de ons zo bekende doorgaande waterpassing en blijkt met recht
dat er "niets nieuws onder de zon" is!!
Waterpassingen en bedijkingswerkzaamheden in de 16e eeuw
Richten we onze aandacht op de Nederlanden dan blijkt dat er nauwelijks iets
bekend is over de methoden van hoogteoverbrenging en meer specifiek het water
passen, zoals dat vóór 1500 werd gedaan.
Toch moeten er bij de bouw van onze grote kerken en kathedralen nauwkeurige
methoden van hoogtemeting bekend zijn geweest. Daarnaast moeten er ook bij
de bedijkingen en inpolderingen in Holland, Zeeland en het Noorden waterpas
singen zijn verricht. Duidelijk is wel dat de officiële gezworen landmeter zich in
het algemeen niet bezig hield met dergelijke technische metingen. Zijn werk be
perkte zich tot, wat we nu zouden noemen, kadastrale metingen. Wordt een en
kele maal de landmeter vermeld dan blijkt dit verband te houden met de toedeling
van de drooggevallen gronden en niet met de technische werkzaamheden, deze
werden blijkbaar door de aannemers van de dijkwerkzaamheden zelf uitgevoerd.
Eerst in 1548 vinden we een eerste aanwijzing dat de gezworen landmeter ook
Chorobates
Denkbeeldige lijt
Meetstok
34