verklaring werd gestraft met een uitsluiting voor het volgen van hoger onderwijs voor het leven. Studenten die deze verklaring niet konden tekenen, moesten een verzoek tot in schrijving richten aan de Rector Magnificus. Op grond van eerder genoemde Be oordelingsbeschikking Studenten werd in iedere universiteitsstad een zogenaamde Zuiveringscommissie benoemd, bestaande uit een afgestudeerde als voorzitter en twee hoogleraren en twee studenten als leden. Het secretariaat werd gevoerd door één van die studenten. Alle verzoeken om inschrijving werden in handen gesteld van de Zuiveringscommissie, die de verzoekers uitnodigde voor een ge sprek. Afhankelijk van de zwaarte van het geval werd de student aan de hand van de door de minister verstrekte richtlijnen uitgesloten van het volgen van hoger onderwijs van nul tot maximaal dertig maanden. Voorts waren alle examens en tentamens, die na het tekenen van de loyaliteitsverklaring waren afgelegd, ongel dig verklaard. Deze sancties werden genomen om het profijt dat de student van het tekenen had genoten, weg te nemen. Al spoedig na het installeren van de Zuiveringscommissie in Delft werd ik, eerst als plaatsvervangend lid benoemd en later als lid-secretaris. Het was duidelijk dat deze werkzaamheden een zee van tijd zouden vergen en ik heb de benoeming dan ook niet aanvaard zonder advies van de docenten van onze afdeling. Deze kwa men zonder enige bedenking tot de conclusie dat je een verzoek als dit niet goed kon weigeren. De studie-onderbreking in de oorlog werd hierdoor nog eens ver lengd met rond anderhalf jaar. Bij mijn verdere studie heb ik overigens alle mede werking gekregen van de docenten. Velen zullen zich nu afvragen of deze werkzaamheden in de Zuiveringscommissie het waard zijn geweest om daar anderhalf jaar studie aan op te offeren. Je kunt dat moeilijk rationeel benaderen. De vraag om medewerking komt op je af; het werk moet gebeuren en je ziet het toch als een eervol verzoek. Eerlijk, ik heb er nooit één dag spijt van gehad. De mensenkennis die ik in die periode denk te hebben opgedaan, is mij in mijn verdere loopbaan goed van pas gekomen. Het was mij een genoegen deze "geschiedenis" 40 jaar na de bevrijding nog eens de revue te laten passeren. Bussum, juni 1985 378

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 381