381
bijlage 3
Verklaring voor mannelijke studenten
Ondergeteekende,
(naam en adres in biokletters invullen)
in de wetenschap voor goed te zullen zijn uitgesloten van het volgen
van lessen of het afleggen van examens aan eenige openbare instelling
van hooger onderwijs, wanneer hij onderstaande verklaring zou onder
teekenen, terwijl hij wist of redelijkerwijze moest vermoeden, dat zij in
strijd met de waarheid zou zijn en dat hij zich in dat geval tevens zou
blootstellen aan een strafvervolging wegens valschheid in geschrifte,
verklaart
1. Dat hij na 10 Mei 1940 geen lid of begunstiger is geworden of
gebleven van eenige nationaal-socialistische, fascistische of landsver-
raderlijke organisatie of vereeniging
2. Dat hij niet na 10 Mei 1940 heeft gepubliceerd of getracht te publi-
ceeren in een nationaal-socialistisch of fascistisch dagblad, periodiek
of boekwerk, noch in eenig in Duitschland verschenen dagblad,
periodiek of boekwerk, of in een dagblad, periodiek of boekwerk,
waarvan hij redelijkerwijze kon vermoeden, dat het werd uitgegeven,
verspreid of gesubsidieerd door een nationaal-socialistische, fascistische
of landsverraderlijke organisatie of vereeniging, tenzij om te pole-
miseeren tegen vijandelijke of anti-democratische denkbeelden of
instellingen
3. Dat hij niet na 10 Mei 1940 lezingen of voordrachten heeft gehouden
voor vijandelijk publiek of voor eenige nationaal-socialistische, fas
cistische of landsverraderlijke organisatie
4. Dat hij niet, tenzij ten gevolge van vrijheidsberooving, in den
arbeidsdienst is gegaan
5. Dat hij nimmer de door Prof. dr. J. van Dam geëischte loyaliteits
verklaring heeft geteekend, noch na 10 April 1943 de ambtenaars
verklaring voor zoover deze hem de voortzetting van zijn studie
mogelijk maakte;
6. Dat hij niet in Duitschland heeft gewerkt, tenzij onder directen in
vloed van Ranters' oproep van 5 Mei 1943 of tengevolge van vrij
heidsberooving
7. Dat hij niet, na opgekomen te zijn op Rauters' oproep van 10 Mei
1943 en weer met verlof in Nederland te zijn geweest, naar Duitsch
land (resp. „Groot Duitschland") is teruggekeerd, zonder dat zijn
lotgenooten in Duitschland zich persoonlijk voor zijn terugkeer hadden
moeten borgstellen
8. Dat hij niet met behoud van zijn woonplaats in Nederland over
de Duitsche grens arbeid heeft verricht, tenzij in de dagen, direct
volgende op Rauters' oproep van 5 Mei 1943, voorzoover en voor
zoolang hij toen redelijkerwijze mocht aannemen, dat het door den
toestand van het oogenblik werd gerechtvaardigd
9. Dat hij niet tenzij door vrijheidsberooving na April 1943 door zijn
arbeid het vijandelijke oorlogspotentieel heeft versterkt;
10. En dat hij niet na 10 Mei 1940 in Duitschland (resp. „Groot
Duitschland") hooger onderwijs heeft gevolgd of examens of ten
tamens afgelegd.
DELFT, 19