een klein driehoekig wezentje, dat hem allerliefst toelachte en hem uitnodigde binnen te komen. Alles was daarbinnen opgebouwd uit diepgroen zeewier. Toen zijn ogen eenmaal aan het zwaargefilterde licht gewend waren, zag hij, dat er alle maal kleine huisjes stonden. Het wezentje stelde zich aan hem voor als Nabla-X en vertelde hem dat hun volk de Nabla's heette. Het kwadraatje mocht zo lang hij wilde bij hen blijven wonen, hier was hij immers veilig. Het kleinste kwadraat- je voelde zich al snel thuis tussen alle Nabla-X-en en Nabla-Y's, maar toch begon hij na verloop van tijd te verlangen naar een andere, lichtere omgeving. Hij miste de schittering van het zonlicht op de kristallen en hoe lief hij de Nabla's ook vond, toch vertrok hij. Hij bedankte de Nabla's voor hun gastvrijheid en klom langs de planten naar bo ven. Eenmaal aan de oppervlakte gekomen zag hij pas, dat hij wel erg ver van thuis verwijderd was. Hij wist niet wat hij moest doen en begon stilletjes te hui len. Na een poosje hoorde hij iets in het water en zag een grote, fraaigekleurde vis op zich afkomen. "Klim maar tussen mijn schubben" sprak de vis, "dan breng ik je aan land". Dat liet het kwadraatje zich geen twee keer zeggen en zo begon zijn volgende reis. De vis vroeg waar hij naar toe wilde en het kwadraatje vertelde over de schitte rende sneeuwkristallen. Nou, dan had de vis wel een idee, hij bracht het kwa draatje naar een grote baai en vertelde hem, dat hij daar wel wat zou vinden dat even fraai schitterde als de kristallen, maar hij moest wel geduld hebben tot het licht werd. Eenmaal aan land zag het kwadraatje alleen een metalen bol liggen. Zou de vis dat bedoeld hebben, dat kon haast niet! Het was wel verleidelijk om even te gaan kijken, dus ging het kwadraatje vast op pad. Dichterbij gekomen zag hij, dat er allemaal spiegels op de bol zaten en die bol was ook wel wat groter dan hij gedacht had. Voorzichtig betastte hij de bol en driect vloog er een spiegel opzij. Een lange, magere figuur met twee enorme benen kwam naar buiten en vroeg bars wat het kwadraatje daar moest. Bibberig vertelde het kwadraatje zijn verhaal. Nadat de figuur dit gehoord had werd hij iets vriendelijker en stelde zich voor als een 7r-grootheid. De -grootheden woonden met z'n tienen bij elkaar in de bol en voor deze keer mocht het kwadraatje wel even binnen komen. Nog altijd wat beverig, maar wel nieuwsgierig, klom hij naar binnen. Het leek wel een ruimteschip waar hij was aangeland en alles was zo groot. De andere 7r-grootheden vonden het maar niks, zo'n klein gevalletje aan boord, maar ze lieten hem wel met rust. Toen het licht werd schoot het gevaarte met een enorme schok de lucht in en het kwadraatje rende in paniek naar het raam. De 7r-grootheden vonden dat hij zich niet zo moest 397

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 400