fig. 6 landmeter-vestingbouwer Adriaen Anthonisz. Omstreeks 1640 werden door de Engelsman William Gascoigne voor het eerst kruisdraden in een kijker aangebracht en in 1661 werd in Frankrijk door Thévenot voor het eerst een buisniveau gemaakt. Tegen het eind van de 17e eeuw werden in Frankrijk reeds niveaukijkers gemaakt om te waterpassen. Engeland volgde spoedig, hier werden omstreeks 1725 al instrumenten met richtkijker en niveau gemaakt. In de "Werkdadige Meetkonst" van Johannes Morgenster en Johann Hermann Knoop, verschenen in 1744, is van al deze nieuwe ontwikkelingen niets terug te vinden. Het waterpassen wordt op de ondertussen bijna traditioneel geworden ma nier behandeld. Het betreft wederom alleen het meten van dijkhoogten, zie fig. 6. Op instrumenteel gebied wordt naast het "gemeen waterpas, zodanig als Metzelaars en Bouwlieden dagelyks gebruiken" alleen vermeld dat "vele Meters zig bedienen van een bezondere zoort van Waterpas of Waterwaag genoemd waarna een beschrijving van het flesjes waterpas volgt. Dit instrument was reeds in 1689 door La Hire beschreven in zijn "L'Ecole des Arpenteurs", nadat dit omstreeks 1660 door Riccioli opnieuw was uitgevonden. Dat dit instrument, volgens Knoop, in ons land al door veel landmeters gebruikt werd is zeer wel mogelijk want het fles- jeswaterpas was al spoedig in Frankrijk populair geworden en had zich vandaar naar andere landen verspreid. Opmerkelijk is dat in de "Werkdadige Meetkonst" in het geheel geen melding wordt gedaan van het waterpas van Huygens alhoewel zeker is dat het instrument in die tijd niet alleen bekend was, maar ook gebruikt werd. 38

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 41