Over het algemeen hebben de bedrijven nogal wat aan te merken op de geode
tische opleiding. Samengevat schiet er in de studie een aantal specifieke tech
nisch/bestuurskundige vakken tekort, nl. bodemkaartinterpretatie, informatica,
software, elektronica, fysica, kaartprojecties, bedrijfskunde, management en al
gemene praktische kennis.
Een en ander over de toekomst van de geodeet. Bij de meeste bezochte bedrijven
hoeft een geodeet geen concurrentie van andere ingenieurs te verwachten. In de
vastgoedsystemen en automatisering verwacht men dat de vraag naar geodeten
zal groeien of toch minstens gelijk blijft, terwijl dit wordt tegengesproken door
anderen, waar men met een andere marktsituatie te maken heeft. De verwachting
van de geïnterviewden inzake de toekomstige ontwikkelingen luidt: Door auto
matisering zal afhankelijk van de marktsituatie iets meer werkgelegenheid ont
staan.
De praktische vorming in de opleiding tot geodetisch ingenieur wordt als zeer be
langrijk ervaren, niet alleen in een lange stage, maar ook in veel practica. Veel op
merkingen werden gehoord over een te korte stage van twee maanden, bovendien
werden snuffelstages als zeer nuttig en leerzaam in verband met de kennismaking
met de praktijk ervaren. Bij de verschillende bedrijven zijn stagemogelijkheden
voor korte of lange duur. Opmerkelijk is dat de T.H. het standpunt inneemt dat
een stage van twee maanden voldoende is.
Conclusie:
De studie geodesie kan beter op de praktijk aansluiten als met let op de eisen die
het bedrijfsleven stelt. Er is echter nooit een kant en klare geodeet af te leveren
die meteen geschikt is om in een bedrijf opgenomen te worden, een afgestudeerde
student moet dan ook de gelegenheid hebben om zich in te kunnen werken.
De werkgelegenheid zal op bepaalde vakgebieden toenemen (automatisering) en
op andere afnemen (landmeetkundig werk), maar zal over het geheel bezien gelijk
blijven. De twee-fasenwet zal overigens weinig invloed hebben op de werkgele
genheidssituatie, het verschil tussen een twee-faseningenieur of een oud-program
ma-ingenieur is niet duidelijk.
2CKleine bedrijven
Onder het begrip kleine bedrijven wordt hier verstaan bedrijven die opgericht
zijn door geodeten en waar maximaal zes a zeven ingenieurs werkzaam zijn.
Vaak hebben de bedrijven als basis een "partnerschap" tussen twee of drie inge
nieurs (geodeten). Typerend is dat de bezochte bedrijven opgericht zijn door
geodeten die eerst bij een reeds bestaand bedrijf werkzaam zijn geweest.
56