Aan de onderwijsinstellingen is geen werkgelegenheid voor nieuwe geodeten. Misschien kan er meer belangstelling komen, als er meer hydrografie in de oplei ding komt. Men vindt de opleiding door haar brede opzet veelal goed aansluiten bij de praktijk. De afgestudeerde is op vele plaatsen inzetbaar. Een regelmatig gehoorde klacht was echter, dat de opleiding te ongestructureerd is; tussen de vakken worden te weinig relaties gelegd, wat het inzicht en de studievoortgang belemmert. Aan de TH werken relatief veel geodeten, die óf onderwijs óf onderzoek óf beide bedrijven. Deze werkgelegenheid betreft natuurlijk de afdeling Geodesie. Er is hier nauwelijks concurrentie te duchten van HTS-ingenieurs, te meer daar het hier natuurlijk het thuisfront van de geodeet betreft. Wat richting één betreft kan men spreken van voldoende werkgelegenheid voor de geodeet. Hij heeft namelijk een aantal voordelen boven andere ingenieurs op de volgende gebieden: Interpretatie, waarnemingsrekening en recht. Toch zullen er steeds meer mensen in het bedrijfsleven gaan werken en zodoende minder bij de TH. Bij het onderzoek binnen richting twee kwam vooral naar voren hoe belangrijk stages zijn, ook als het gaat om werk te vinden aan de TH. In deze richting is nog werk, te meer daar er een "grote" vervangingsvraag is. Wat betreft richting drie valt er niet al te veel werk te verwachten aan de TH; het werk dat er zal zijn betreft voornamelijk onderzoek, geen onderwijs. De werkgelegenheid aan de afdeling is sterk afhankelijk van het aantal studenten en de opgelegde bezuinigingen, doordat deze twee zaken het vastgestelde maxi mum aantal personeelsleden bepalen. Nieuwe zaken als Technische Planologie en Bestuurskunde gaan ook een duidelij ke rol spelen; dit wat meer met betrekking tot het onderwijs dan het onderzoek. Waarschijnlijk is er ook werk voor geodeten bij andere richtingen, het moeten dan wel goede geodeten zijn, want het gaat hier om werkgelegenheid die gewon nen moet worden van andere disciplines. Aan de TH zal ook weinig verschil gemaakt worden tussen geodeten van het oude en van het nieuwe programma. Werk in het onderzoek is sterk afhankelijk van de toekomstige ontwikkelingen van de tweede fase. Promotie op de afdeling maakt de kans groter en een student-assistentschap kan ook helpen. 2G. Ontwikkelingslanden Eén van de grootste problemen in de ontwikkelingslanden is de slechte voedsel situatie. Als belangrijkste oorzaken kunnen genoemd worden de overbevolking en het gebrek aan "know-how" van deze landen. Let wel, daarnaast spelen nog 61

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 64