overlap hoopte men op een verantwoorde manier te bezuinigen, i.e. de kwaliteit van het wetenschappelijk onderwijs mocht niet aangetast worden. Zo werd tand heelkunde geconcentreerd in Amsterdam en moest men de tent (dure tent) in Utrecht sluiten. En zo werd besloten, dat de afdeling Bouwkunde in Eindhoven meer technische bouwkunde (rekenen) moest gaan doceren, terwijl de afdeling Bouwkunde in Delft zich nog meer op architectuur (ontwerpen) moest gaan richten. Maar ook binnen de universiteiten werd naar overlappen gezocht. De Hart vertegenwoordigde de TH-Delft in de commissie. Het bleek, dat zowel de afdeling Geodesie, Bouwkunde als Civiele Techniek het vak planologie doceer den. Zij zouden op dit gebied dus kunnen samenwerken en aldus werd besloten. De commissie voor ruimtelijke planningswetenschappen werd in onderling over leg tussen de afdelingen gevormd. In de bovengenoemde commissie zitten vertegenwoordigers van elk van de drie afdelingen. De commissie kwam al heel snel met een plan waar de samenwerking schematisch werd aangegeven: het tafelbladmodel. Het tafelbladmodel ziet er als volgt uit: iedere student van een van de afdelingen die aan technische planologie wil gaan doen kan kiezen uit vakken van de eigen afdeling en vakken uit de door de drie afdelingen gemeenschappelijk gedragen cluster van vakken: Technische Planologie. Dit is dan het tafelblad. Er waren eigenlijk drie varianten mogelijk, maar het is dus het tafelblad gewor den. We noemen de varianten even: Een nieuwe afdeling Technische Planologie Een nieuwe afstudeervariant Alle gemeenschappelijke vakken concentreren (tafelblad). De eerste variant stuitte op een aantal bezwaren. Bouwkunde en Geodesie waren bang voor een terugloop van het aantal studenten aan hun afdeling. De conse quentie zou wel eens de opheffing van deze afdelingen kunnen zijn. Verder is het nogal duur om een nieuwe afdeling op te richten. De tweede variant gaat ook nogal ver volgens Geodesie, doordat er niet genoeg van de geodetische studie over zou blijven en de afgestudeerde planoloog zich geen geodeet zou kunnen noemen. Samenwerking op basis van het tafelbladmodel zou wel kunnen. Dit lijkt meer op de derde variant, die de meeste steun bij de afdelingen vindt, omdat dit het minst ingrijpende idee is. De vraag is alleen of het College van Bestuur de variant zal goedkeuren. Uiteindelijk zullen de elkaar overlappende vakken samengevoegd worden met een samenwerkingsverband in werkgroepen en misschien toch een afstudeerva riant. 65

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 68