Het overvolle studieprogramma geeft roostertechnische problemen, 72% geeft
op dat dit tot studievertraging heeft geleid. Men moet een aantal verplichte vak
ken doen,maar ook keuzevakken, de stage en dergelijke staan op het programma.
Dit kan op verschillende manieren ingedeeld worden. Hoe, daarover verschilt
men van gedachte. Alles binnen vier jaar doen is bijna onmogelijk. De meesten
(48%) denken er 5 jaar over te doen, nog eens 38% denkt er langer dan 5 jaar
over te doen.
in de eindstudie worden de afstudeerrichtingen gekozen. De meesten (42%) zul
len richting één (landmeetkunde) doen, 17% kiest voor richting twee (planolo
gische en technisch-administratieve geodesie), 10% doet richting drie (fysische en
mathematische geodesie) en 31% heeft nog geen keuze gemaakt. De keuze van de
richting wordt in overgrote meerderheid gebaseerd op de interesse van de per
soon.
Hoofdstuk 4: CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
De structuur van het betoog.
In de voorafgaande hoofdstukken zijn per categorie bedrijven de werkgelegen
heidsaspecten aan de orde geweest. In dit hoofdstuk zal getracht worden de con
clusies die in die hoofdstukken getrokken worden te aggregeren. Daarna zal uit
het ontstane totaalbeeld een advies aangaande het studieprogramma worden ge
abstraheerd.
Puntsgewijs zullen we de resultaten van het onderzoek beschrijven aan de hand
van:
Algemene opmerkingen over de situatie op de arbeidsmarkt.
Verbeteringen van deze situatie.
Ontwikkelingen, die wijzen op een kentering in de werkgelegenheidssituatie.
Na de conclusies volgen nog enkele opmerkingen over de rol van een eventuele
stage in het studieprogramma en de uiteindelijke adviezen.
De huidige situatie
Allereerst valt op, dat de arbeidsmarkt vrij inert is. Er zijn vaste afnemers van
geodetische arbeid zoals Kadaster, exploitatiebedrijven en de diverse (geodeti
sche) projecten. Verder blijkt dat er slechts een zeer klein percentage (1.1%) in
de categorie arbeidsreserve valt. De arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden wordt
gekenmerkt door een zeer klein aantal arbeidsplaatsen tegenover de enorme hoe
veelheid werk, die daar nog verricht moet worden. Tenslotte moet vermeld wor-
67