ONTWIKKELINGEN IN DE VEREFFENINGSTECHNIEK
Dhr. H.C. van der Hoek en Ir. J.J. Kok
Inleiding
Het is moeilijk om de ontwikkeling van de geodetische rekentechniek in de
laatste halve eeuw te beschrijven, zonder zich uit te putten in superlatieven. Dat
de rekentechniek zich zo onstuimig kon ontwikkelen, is natuurlijk behalve aan de
inzet van velen ook te danken aan de spectaculaire ontwikkelingen van de
rekenwerktuigen.
Logaritmen
In het begin van deze eeuw waren er nog geen rekenmachines, afgezien van
enkele in de praktijk nauwelijks bruikbare apparaten. Tot in de jaren twintig was
men bij het uitvoeren van berekeningen dan ook voornamelijk aangewezen op het
gebruik van logaritmen. Hierbij werd vermenigvuldigen en delen van getallen
teruggebracht tot het minder tijdrovende optellen respectievelijk aftrekken van
de tien-logaritmen van die getallen. De logaritme van een getal zocht men op in
een boek, de logaritmentafel en hoe nauwkeuriger men wilde werken, zoveel
meer decimalen van de logaritme had men nodig en zoveel dikker en onhanteer
baarder werd de logaritmentafel. De rekenmethode was niet alleen tijdrovend,
maar bood ook talloze mogelijkheden voor het maken van vergissingen. Uitge
breide controleberekeningen waren dan ook noodzakelijk. Toch werden met dit
rekenhulpmiddel omvangrijke landmeetkundige berekeningen uitgevoerd,
bijvoorbeeld de vereffening van het Rijksdriehoeksnet. Maar de primitieve
rekenmethode legde de toepassing van de theorie wel beperkingen op. Zo werd
77