machine werd bestuurd met een tamelijk ingewikkelde code, maar er bestond ook een voor gebruikers wat vriendelijker code, bestaande uit een reeks opdrachten met het bijbehorend adres. De code werd door de machine vanaf een papieren ponsband gelezen. Van een programmeertaal was nog geen sprake. Met het exemplaar dat toen opgesteld was bij de Technische Hogeschool te Delft, werd in 1958 de vereffening van het West-Europese waterpasnet uitgevoerd. De geheugenruimte en de snelheid van de machine waren beperkt. Zo moest elke matrixbewerking afzonderlijk worden uitgevoerd en het inverteren van een matrix van bijvoorbeeld veertig rijen en kolommen werd bij voorkeur 's nachts uitgevoerd in aanwezigheid van een student (babysitter!), omdat het inverteren van een matrix zo'n tijdverslindend karwei was, dat de machine er overdag te lang door zou worden geblokkeerd voor het gebruik door anderen. Voor het laboratorium voor Geodetische Rekentechniek bood de machine echter veel mogelijkheden om de theoretische ontwikkelingen van Baarda aan de praktijk te toetsen. Vanaf dat ogenblik begon ook het samenspel van theoretisch en praktisch onderzoek dat wil zeggen, de opgestelde theorie werd aan de hand van praktijkgevallen op haar juistheid getoetst, maar omgekeerd droegen de rekenuitkomsten weer bouwstenen aan voor de vervolmaking van de theorie. In 1965 kreeg het Laboratorium voor Geodetische Rekentechniek de mogelijk heid om te werken met een computer, die geprogrammeerd kon worden met een programmeertaal! Bij de Technische Hogeschool te Delft werd de TR 4 opgesteld, een machine ontwikkeld door Telefunken. Niet alleen was het geheugen van deze machine zo groot, dat een flink vereffeningsprogramma in één doorgaande bewerking kon worden uitgevoerd, maar bovendien bood de programmeertaal ALGOL 60 de mogelijkheid een uitgebreide procedure- en programmabibliotheek op te bouwen. Bij het Laboratorium voor Geodetische Rekentechniek werden programma's en procedures gebouwd, waarmede de vereffeningsberekeningen snel en gemakkelijk konden worden uitgevoerd. In het begin van de jaren zestig was de theorie van de puntsbepaling met pi- grootheden gereedgekomen. De uniformiteit van het formulesysteem maakte het mogelijk een proceduresysteem op te bouwen waarmede netten automatisch konden worden doorgerekend en een begin kon worden gemaakt met het automatisch opstellen van het voorwaardenmodel. Tafelcomputers In de jaren zestig was de toekomstverwachting voor de tafelrekenmachines slecht. De toekomst leek weggelegd voor grote, centraal opgestelde computers die met 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 103