VOORWOORD
Om verschillende redenen voldoe ik gaarne aan het verzoek om een voor
woord te schrijven in het Lustrumboek 1985-1990 van het Landmeetkundig
Gezelschap "Snellius", getiteld "Een halve eeuw in de goede richting".
De relatie tussen "Snellius" en de Faculteit der Geodesie mag niet alleen goed
genoemd worden, maar is ook van wezenlijke betekenis voor onze faculteit.
Studenten zijn actief in het bestuur, de faculteitsraad, de studierichtings
commissie, de vakgroepen, etc. Zij nemen deel aan vergaderingen en hun
inbreng is van waarde voor de besluitvorming. Hierdoor heeft "Snellius" een
geheel eigen waardevolle plaats gekregen binnen de faculteit.
Maar er is meer. Ook buiten de faculteit neemt "Snellius" een bijzondere
plaats in door uiteenlopende activiteiten, bestaande uit onder andere
buitenlandse excursies, lezingen, voorlichting aan middelbare scholieren en het
uitluiden van afstudeerders. Ook de viering van het tiende lustrum valt
hieronder.
Het is verheugend te constateren dat door studenten ter gelegenheid van dit
jubileum een aantal serieuze manifestaties is opgezet. Het gehele programma
van de lustrumviering getuigt van hard werken en het doet vermoeden dat een
groot aantal studenten ook daadwerkelijk bij deze activiteiten is betrokken.
Eén van de activiteiten is de uitgave van dit lustrumboek. Voor "Snellius"
geldt, bij een lustrum hoort een lustrumboek.
De inhoud van dit lustrumboek verschilt in menig opzicht van de vorige
uitgaven. Enerzijds is dit natuurlijk het gevolg van de samenstelling van de
lustrumboekcommissie, maar ook door de snelle ontwikkelingen, die het
geodetische vakgebied ondergaat. Niet alleen wordt aandacht besteed aan
onderwerpen uit de laatste halve eeuw, hoe interessant en leerzaam deze ook
mogen zijn, maar nieuwe ontwikkelingen komen ook ruimschoots aan de orde.
Geodesie is volop in beweging en naar mijn mening in de goede richting. De
ontwikkeling van het vakgebied is van dien aard dat het werkterrein van de
geodeet zich uitbreidt en in toenemende mate betrokken raakt bij aanver
wante vakgebieden. Hierdoor ontstaat een gezonde uitwisseling waaraan dit
boek een belangrijk aandeel levert.
Ik ben ervan overtuigd dat dit lustrumboek niet alleen in de geodetische
wereld maar ook daarbuiten veel belangstelling zal vinden. Met de uitgave van
zo'n lustrumboek levert "Snellius" een nuttige bijdrage aan het beeld van ons
vakgebied.
Namens de faculteit onze hartelijke gelukwensen met dit tiende lustrum. De