Om de aansluiting van de ruilverkavelingen, die in 1985 in uitvoering of in
voorbereiding waren, met de Liw. te verzekeren, zijn die als ruilverkaveling onder
deze wet gebracht. De zittende plaatselijke commissies en ook de voorbereidings
commissies zijn tot landinrichtingscommissies gepromoveerd om hun werk te
kunnen voortzetten.
De Centrale Landinrichtings Commissie (CLC) heeft, als opvolger van de
Centrale Cultuurtechnische Commissie (CCC), de algemene leiding in de
landinrichting gehouden en blijft het adviesorgaan voor de Minister van
Landbouw. Daarnaast is de invloed van de gemeenten en de waterschappen en
met name van de provincies op de voorbereiding van de landinrichtingsprojec
ten versterkt.
De Planning van de projecten
In het hoofdstuk "Voorbereiding van en het besluit tot uitvoering van een
herinrichting of een ruilverkaveling" van de Liw. is bepaald dat er een Voorbe
reidingsschema Landinrichting is.
Via dit schema stelt de Minister van Landbouw jaarlijks vast welke van de door
de provincies voorgedragen gebieden als herinrichtings- of ruilverkavelingsproject
in voorbereiding komen.
In het hoofdstuk "Algemene Bepalingen" van de Liw. is vastgelegd dat er een
Structuurschema Landinrichting (SLI) is dat, voor de daarin vermelde tijd, de
hoofdlijnen en beginselen van het nationale landinrichtingsbeleid bevat en in het
bijzonder inzicht geeft in de ruimtelijke aspecten van dat beleid. Hoewel het SLI
deel uit maakt van de familie structuurschema's heeft het toch een ander
karakter omdat het gekoppeld is aan de Liw. en, anders dan de overige structuur
schema's, geen binding heeft met een sectoraal beleid.
Voor een structuurschema zijn steeds de sectorale minister en de facet minister
voor ruimtelijke ordening verantwoordelijk. In het geval van het SLI dus de
Minister van Landbouw en de Minister van VROM. Daarmee wordt tevens recht
gedaan aan de in wet gegeven definitie "Landinrichting strekt tot verbetering
van de inrichting van het landelijk gebied overeenkomstig de functies van dat
gebied, zoals deze in het kader van de ruimtelijke ordening zijn aangegeven".
Bij het SLI hoort een beleidskaart, waarop staat afgebeeld tot welke gebieden
de landinrichting beperkt blijft. Daarbuiten is jaarlijks nog 2000 ha toegestaan.
Verdere voorwaarden waaraan een project, volgens het SLI, moet voldoen om
voor plaatsing op het voorbereidingsschema in aanmerking te komen zijn:
het rendement in de agrarische sector dient tenminste 5 te zijn;
111