factor 1981 1985 1986 1987 1988 ontsluiting 96 78 72 61 79 waterbeheersing 55 76 71 56 56 kavelinrichting 56 76 86 79 87 boerderijbouw 10 10 13 18 - recreatie 8 17 7 11 - landschap 10 11 13 11 9 overige posten 27 52 51 40 22 totaal 262 318 313 276 253 Vergelijking van dit overzicht met het vorige, laat zien dat de investeringen in de landinrichting hoger zijn dan de Rijksbijdrage. Dat meerdere is afkomstig van derden en de geïnde ruilverkavelings-/landinrichtingsrente. De bedragen worden elk jaar vastgesteld bij de behandeling van de begroting. - Begroting per categorie van de in uitvoering genomen projecten per jaar factor 1981 1985 1986 1987 1988 ontsluiting 80 57 65 30 34 waterbeheersing 83 43 62 11 59 kavelinrichting 101 88 80 11 115 boerderijbouw 26 16 16 4 - recreatie 9 6 5 40 - landschap 21 5 12 1 6 overige posten 20 12 11 2 5 totaal 340 227 250 99 219 Deze bedragen zijn de meerjarenverplichtingen die het rijk voor nieuwe projecten is aangegaan. Vooral hieruit blijkt een drastische verlaging ten opzichte van 1981. Uit de begrotingen van de verschillende factoren valt, afgezien van de grote post voor de recreatie in 1987, nog niet af te leiden dat de niet-agrarische factoren meer aandacht krijgen dan voorheen. De percentages voor de factoren in de begroting en voor de uitvoering ontlopen elkaar nog weinig. Die stelling zou genuanceerd moeten worden als uit de bestudering van de afzonderlijke blokken zou blijken dat de niet-agrarische activiteiten op een andere wijze worden gefinancierd. Zo'n onderzoek is niet verricht. 116

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 139