- Aanplant per jaar
iaar 1981 1985 1986 1987 1988
bomen 15.000 30.000 23.000 24.000 25.000
struiken (miljoenen) 2,1 2,2 2,0 1,5 1,0
opp.bos (ha) 134 406 298 204 360
De aanplant van bomen en struiken vertoont een wisselend beeld. De forse
toename van de bosaanplant in 1988 is te danken aan de uitwerking van het
meerjarenplan bosbouw uit 1986. Dat voorziet in een jaarlijkse aanplant van
1100 ha, waarvan 400 ha in landinrichtingsprojecten. Daarop is in een aantal
projecten geanticipeerd.
- Relatienota
In de in 1975 verschenen relatienota is de basis gelegd voor de aanwijzing van
200.000 ha beheersgebieden en reservaten. Voor 100.000 ha beheersgebied is de
aanwijzingsprocedure achter de rug. In 1989 is de tweede fase voor de aanwijzing
van nog eens 100.000 ha van start gegaan. Alle gebieden komen in aanmerking
voor de E.E.G. bergboerenregeling. Eind 1989 waren voor ruim 10.000 ha
beheersovereenkomsten afgesloten. De reservaatsoppervlakte was toen gestegen
tot 6000 ha. Deze acties manifesteren een meer op de niet-agrarische sector
gericht beleid.
De toekomst
Sinds de in werking treding van de Liw. zien we dat de roep om in de landin
richting meer te doen voor de natuur, het landschap en de openluchtrecreatie
aanhoudt.
In 1988 publiceerde de regering de Vierde nota over de ruimtelijke ordening en
in 1989 het NMP. Beide nota's hebben betrekking op heel Nederland en dus ook
op het landelijk gebied. In de eveneens in 1989 verschenen SNL en het NMP
staat het landelijk gebied centraal.
Een dominant gegeven in al deze stukken is de grote bezorgdheid over de
kwaliteit van het milieu en de noodzaak de bodem, het water en de lucht te
moeten vrijwaren voor de negatieve gevolgen van de agrarische exploitatie.
Daarvan getuigt ook de begroting van Landbouw voor 1990. Vanaf 1 december
1989 kunnen de landbouwbedrijven zeer hoge subsidies krijgen op een pakket
milieuinvesteringen en investeringen gericht op kwaliteitsverbetering van de
produktie.
Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat de landinrichting een eigen bijdrage
117