Wat is het effect van de aanwezigheid van een vierde grafisch basiselement. Werkend in de drie-dimensionale ruimte wordt er naast de punt-, lijn-, en vlaksymbolen het volumesymbool geïntroduceerd. Een andere belangrijke vraag die nu beantwoord moet worden is of de perceptuele kwaliteiten van de twee dimensionale grafische variabelen nog steeds van toepassing zijn wemneer men ze gebruikt in een drie-dimensionale kaart. Deze vraag is daarom belangrijk omdat er een sterke relatie bestaat tussen de grafische variabelen en de psychologische diepteaanwijzingen, zoals men in figuur 5 kan zien. Beide worden gebruikt om hun perceptuele kwaliteiten, de grafische variabelen om ruimtelijke relaties weer te geven en de diepteaanwijzingen om de indruk van de derde dimensie te wekken. Hoe functioneert deze combinatie in een drie-dimensionale kaart? Er vanuit gaande dat een combinatie inderdaad mogelijk is vindt er dan een versterking of een neutralisatie van de informatieoverdracht plaats? Een voorbeeld illustreert dit. In de kartografie wordt de grafische variabele grijswaarde gebruikt om de gegevens met de waarnemingseigenschap binding en orde weer te geven. De beste toepassing van grijswaarde in de kartografie is de choropleet. In deze kaart wordt de intensiteit van het voorkomen van een verschijnsel weergegeven door verschillen in grijswaarde (figuur 6a). Variaties in grijswaarde worden ook gebruikt in drie-dimensionale afbeeldingen om een diepte effect te creëren. De terminologie is echter verschillend (figuur 6b). Grijswaarde wordt hier schaduwering genoemd, daar het effect wordt verkregen door het gebruik van een denkbeeldig lichtbron die een object belicht wat resulteert in schaduw en slagschaduw. 130 Figuur 6. De perceptuele eigenschappen van grijswaarde: a) als grafische variabele; b) als diepteaanwijzing; c) gecombineerd gebruik als grafische variabele en als diepteaanwijzing.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 153