Vragen die nu opkomen zijn: "Wat is het effect van een gecombineerd gebruik
van de grafische variabele grijswaarde en de diepte aanwijzing schaduwering?";
"Wat is het effect van het gebruik van een hulpmiddel als een stereoscoop op de
kaartleesresultaten in een dergelijke kaart?"; "Wordt de kaartlezer afgeleid van
de 'choropleet gegevens' door de schaduwering van het ruimtelijke model?'.
Figuur 6c laat dit gecombineerde gebruik zien. Zie voor een verdere discussie van
deze problematiek Kraak [1988].
Vervolgens zijn diverse ruimtelijke modellen geproduceerd om op vragen als
hierboven en die opgesteld voor de andere grafische variabelen antwoord te
krijgen. De antwoorden op de vragen moet leiden tot conclusies omtrent het al
dan niet in combinatie gebruiken van bepaalde grafische variabelen en
psychologische diepteaanwijzingen.
Een computer ondersteunde kaartgebruikerstest is uitgevoerd waarin gebruikers
werden geconfronteerd met ruimtelijke modellen om antwoorden te vinden op
de veronderstellingen en vragen die gesteld zijn tijdens het bediscussiëren van de
drie-dimensionale benadering van de kartografie. Voordat met de test begonnen
werd, is er aandacht besteed aan de karakteristieken van de testkaarten, de
testomgeving, de testpersonen, de vragen en de testprocedure. De test en
bijbehorende resultaten worden uitvoerig toegelicht in Kraak [1988].
Het doel van de test was drievoudig. Ten eerste om te bezien hoe de
geografische component functioneert in een ruimtelijk model; ten tweede om te
beoordelen hoe de grafische variabelen in een drie-dimensionale kaart gebruikt
kunnen worden in combinatie met psychologische diepteaanwijzingen; ten derde
om het effect te meten van het gebruik van een stereoscoop bij het bekijken van
de ruimtelijke modellen.
Conclusies
Verwijzend naar de geografische component en de testresultaten blijkt dat een
ruimtelijk model als map-to-see het best gebruikt kan worden om de verspreiding
van relatief eenvoudige ruimtelijke verschijnselen weer te geven. De test wees
namelijk uit dat de geografische component in een ruimtelijk model (GE03)
gelijk is aan de geografische component plus één component in een twee
dimensionale kaart (GE02+C); zie figuur 3 en 4. Hieruit volgt dat Z in GE03
gelijk is aan C in GE02+C. Dit leidt tot de conclusie dat wanneer een ruimtelijk
model als een map-to-see moet functioneren alleen de geografische component
gebruikt moet worden. Complexere drie-dimensionale kaarten, zoals een digitaal
terreinmodel in combinatie met bijvoorbeeld grondgebruiksinformatie kunnen
natuurlijk gebruikt worden, maar in het kartografisch communicatieproces zullen
dergelijke kaarten functioneren als maps-to-read.
De verschillende ruimtelijke modellen in de test bevatten alle grafische
131