Debat Op de vergadering van de Nederlandse Juristen-Vereniging in 1973 heb ik de kritici van het kadastrale stelsel dan ook uitgedaagd openlijk met mij ten overstaan van de juridische wereld hierover te debatteren, doch helaas moest een ambtenaar van het Ministerie van Justitie de kastanjes uit het vuur halen13. Wat dat betreft hadden de tegenstanders van landmeter en kandidaat-notaris I. Boer Hzn. op de NJV-vergadering van 1893 meer moed betoond14. Hoe dat zij, op zichzelf was een optreden van Duijnstee in het genoemde debat niet zo verwonderlijk, omdat het Ministerie van Justitie toen juist begonnen was met de voorbereiding van het Ontwerp Kadasterwet in nauwe samenhang met die van het nieuwe BW. Beide legislatieve ontwikkelingen zijn in het licht van het voorgaande overigens even verrassend. Het systeem van het nieuwe BW Semi-positief stelsel Nog in hetzelfde jaar 1973 schreef ik in een beschouwing over Registergoede- ren en openbare registers volgens het Gewijzigd Ontwerp BW in WPNR, dat het systeem van registratie volgens dit ontwerp duidelijk tendeerde naar een semi- positief stelsel1 Zulks niettegenstaande de uitspraak van de Tweede Kamer op een vraagpunt van Meijers, dat het negatieve stelsel in ons land gehandhaafd moest blijven16. In het Algemeen Deel van Asser-Beekhuis Zakenrecht heb ik deze stelling in 1985 nader onderbouwd en wel met de volgende argumenten17: 137 13 Zie het betoog van dr. J.A.T.J.M. Duijnstee in Handelingen 1973 der Nederlandse Juristen- Vereniging, deel 2, blz. 76 e.v. en mijn antwoord op blz. 92 e.v. 14 Handelingen NJV 1893, I en II inzake preadviezen van Boer, Feith en Moll over de vraag: Is herziening wenschelijk van het stelsel onzer wet omtrent eigendom van den grond in de richting van het Grondboek of het Torrensstelsel, of in anderen geest? Zie over I. Boer Hzn. het overzicht van ir. E. Muller in K en L 1963, blz. 321 e.v. 15WPNR 5202 en 5203. 16De conclusie van de Tweede Kamer op het desbetreffende eerste vraagpunt luidde: "Het verdient geen aanbeveling over te gaan op een geheel ander systeem van grondboekhouding. Wel behoren verbeteringen te worden aangebracht uit hoofde van de bescherming van rechten van derden te goeder trouw door in- of overschrijving van bepaalde gegevens, die voor ontstaan en tenietgaan van rechten van belang zijn". 17 De volledige argumentatie is te vinden op blz. 298-309. Het geciteerde deel betreft enkel de conclusie.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 160