Publiekrechtelijke waarborgen Vele civilisten moeten nog wennen aan de gedachte dat ook de registratie van de privaatrechtelijke rechtstoestand het uiteindelijk van publiekrechtelijke waarborgen moet hebben om werkelijk de rechtszekerheid te kunnen dienen. Vooreerst betreffen die waarborgen de vereisten welke in hoofdstuk 2 van de Kadasterwet over de openbare registers voor registergoederen aan de vorm van die registers en aan vorm en inhoud van de in te schrijven stukken worden gesteld. Minstens zo belangrijk zijn echter de in de volgende hoofdstukken opgenomen waarborgen rond de inrichting, de bij houding en de vernieuwing van het kadaster. Wat de inrichting betreft beperkt de wet zich in hoofdstuk 3 tot vorm en inhoud van de kadastrale registratie en kaarten met daaraan ten grondslag liggende bescheiden (veldwerken), terwijl in art. 52 nog iets over de instandhouding van het R.D. net wordt gezegd. Bijhouding en vernieuwing vinden onder de verzamelnaam bijwerking van de kadastrale registratie en kaarten hun regeling in hoofdstuk 4. Voor beide geldt een procedure met een vorm van administratieve rechtspraak door de gewone rechter. Administratieve rechtspraak Juist hierin ligt het bijzondere van de hele regeling, waardoor het administra tiefrechtelijk karakter van het kadaster wordt geaccentueerd. De Rijksdienst van het Kadaster en de Openbare Registers is een overheidsinstelling die volgens art. 3 van de Kadasterwet mede in het belang van de rechtszekerheid onder meer tot taak heeft het houden van de openbare registers voor registergoederen en het houden en bijwerken van de kadastrale registratie en kaarten. Met name de laatstgenoemde werkzaamheden geschieden ambtshalve en geschillen die daaruit voortvloeien met de burgers zijn administratieve rechtsgeschillen. Het is de overheid die de rechtstoestand registreert door middel van de tenaamstelling van rechten met daarop rustende beperkingen. Evenals de inschrijving is de tenaamstelling een overheidsbeschikking26 met administratieve rechtskracht ten aanzien van recht- en belanghebbenden. In feite zijn alle krachtens de wet genomen beslissingen van bewaarders, provinciale directeuren en andere daartoe aangewezen ambtenaren van de Rijksdienst in het kader van de bij houding en vernieuwing van het kadaster eenzijdige publiekrechtelijke rechtshandelingen. Tegen deze beschikkingen opent de Kadasterwet in art. 60 een bezwarenproce dure bij de betrokken ambtenaar en in art. 61 en 62 een beroepsprocedure achtereenvolgens bij rechtbank en Hoge Raad. 141 26 Bij mijn weten komt dit voor het eerst helder naar voren in de Nota naar aanleiding van het Eindverslag op blz. 7 e.v. waar het gaat over de uitbesteding van werkzaamheden die niet met rechtshandelingen gepaard gaan.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 164