indeling, die hieronder in verkorte vorm wordt gegeven, is in principe een goede houvast om GIS-pakketten te beoordelen en vergelijken. 1. gegevensinvoer en gegevenscodering - gegevensverzamelen (bv. handmatig of geautomatiseerd digitaliseren); - gegevensvalidatie en bewerking (bv. kwaliteitscontole en de detectie van digitaliseerfouten) - gegevensopslag en structurering (bv. aanbrengen van topologie); 2. gegevensmanipulatie - gegevenstructuur conversie (bv. vector-naar-raster conversie); - geometrische conversies (bv. 'rubber-sheet' transformaties, schaling, veran dering van kaartprojecties); - generalisatie en classificatie (bv. coördinaat vermindering, aggregatie van attr ibuutgegevens) - verbetering (bv. lijn fractalisatie, image enhancement); 3. gegevensopvragen - selectieve opvraging van informatie op basis van ruimtelijke of thematische criteria; 4. gegevensanalyse - ruimtelijke analyses (bv. polygon-overlay, ruimtelijke zoekoperaties); - statistische analyses (bv. frequentie analyse, multivariate analyse); - metingen (bv. lijnlengte, oppervlakte en volume berekeningen afstand- en hoekmetingen); 5. gegevenspresentatie - grafische weergave van kaarten, grafieken ed. op beeldschermen of plotters; - rapporten (bv. listings van de database inhoud of van resultaten van vraag stellingen); 6. gegevensmanagement - geïntegreerd gegevensbank beheer. Bij geodetische toepassingen van een GIS-pakket ligt de nadruk vooral op de categorieën één, twee, drie en zes. Voor wat betreft categorie vier, de gege vensanalyse, is verder alleen het doen van metingen van belang. De andere functies onder de categorie gegevensanalyse, namelijk het doen van ruimtelijke en statistische analyses, lijkt vooralsnog niet veel aandacht te krijgen in de geodetische wereld, en dat terwijl juist deze functies door velen beschouwd 152

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 175