worden als de meest kenmerkende eigenschappen van GIS. Het gaat bij ruimtelijke analyses vooral om manipulaties die het antwoord moeten geven op vragen die te maken hebben met de relatieve ligging van geografische elementen, bijvoorbeeld: welk gebied wordt overstroomd bij een zeespiegel stijging van 10 meter of welke woningen ondervinden de meeste geluidsover last van een snelweg? ARC/INFO Eén van de meest complete GIS-pakketten op dit moment is ARC/INFO. Qua functionaliteit ondersteunt het nagenoeg alle functies van de bovenstaan de (overigens lang niet uitputtende) indeling van functies. ARC/INFO is een relatief oud GIS-pakket en geldt in Nederland als één van de marktleiders op dit gebied. Een PC-versie van het pakket is aanwezig op het CCGM. Hieron der volgt een korte karakteristiek van ARC/INFO. Daarbij komen een paar fundamentele begrippen aan de orde. Vervolgens wordt aan de hand van een voorbeeld getoond hoe ruimtelijke analyses met ARC/INFO uitgevoerd kunnen worden. ARC/INFO is een typisch GIS-pakket mede doordat het enkele specifieke typen van ruimtelijke analyses ondersteunt, zoals kaart-overlay, buffertechnie ken, kortste routeberekening en nabijheidsanalyse. Juist deze functionaliteit bepaalt ook de gegevenstructuur van het pakket. ARC/INFO kent als basis een topologische vector-gegevensstructuur, waarbij het begrip coverage een belangrijke rol speelt. Een coverage is de digitale kaart(laag). Deze kan een groep homogene kaartelementen bevatten, zoals bijvoorbeeld een wegennet. Een coverage bestaat uit lokatie-gebonden en niet- lokatie-gebonden informatie van geografische elementen. Deze geografische elementen, in ARC/INFO 'features' genoemd, zijn de punten (label points), lijnen (arcs) en vlakken (polygons) waaruit de kaart is opgebouwd. De lokatie- gebonden informatie bestaat uit coördinaten en verwijzers ten behoeve van de topologie. Zo kan een Arc (line-string) beschreven worden door een serie coördinaat-paren en verwijzers naar Arcs en Nodes (knooppunten) die zich aan beide uiteinden van de Are bevinden. Een polygoon wordt op zijn beurt weer gedefinieerd door de arcs die het betreffende oppervlak omsluiten. In figuur 2 wordt een voorbeeld gegeven van deze ARC/INFO-topologie. De lokatie-gebonden attribuut informatie is opgeslagen in zogenaamde 'feature attribute tables'. De belangrijkste 'tables' zijn de PAT (polygon attribute table) en de AAT (arc attribute table). Bij de aanmaak van een 153

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 176