die ruimtelijke operaties, alle attributen, waarop men denkt te gaan selec teren, ook daadwerkelijk aanwezig zijn in een feature attribute table. Dit kan betekenen dat via een relationele join, eerst een attribuut uit een look-up table 'overgeheveld' moet worden naar een feature attribute table. Stap 3 Het geheel van operaties dat leidt tot oplossing van het geschetste probleem is weergegeven in het stroomschema van figuur 4. Uitsluitend worden hierbij commando's van de PC OVERLAY-module gebruikt. Globaal bestaat de analyse uit drie onderdelen. Eerst vinden, wanneer dat nodig is, selecties plaats op de oorspronkelijke coverages. In figuur 4 zijn dezen te zien tussen de eerste en tweede laag. De kaartelementen, die voor het verdere verloop van de analyse relevant zijn, worden uit de basis-coverages gelicht. Zo worden uit C ROAD, C_TOWN, C_USE, CRIVER respectievelijk de A66, de plaatsen Workington en Brough, bosgebied en alle rivieren minus de kustlijn van Cumbria geselec teerd. Tijdens de tweede fase worden de echte bewerkingen uitgevoerd. De oor spronkelijke kaartelementen veranderen nu werkelijk van vorm of er vindt snijding met een andere coverages plaats. In figuur 4 geven de commando's BUFFER, UNION, IDENTITY en INTERSECT deze bewerkingen aan. De drie laatstgenoemde commando's vertegenwoordigen de echte overlay- analyse. Ze verschillen in output. Bij UNION worden alle attributen van beide overlay-coverages behouden in het resultaat, terwijl bij IDENTIFY en IN TERSECT het resultaat een deelverzameling van alle attributen is. In overeenstemming met de randvoorwaarden wordt door het genereren van buffers rond de twee eerdergenoemde plaatsen (10 km) en alle rivieren (500 m), vastgesteld waar de grenzen liggen tussen wel en niet geschikt gebied. De twee verkregen coverages (CBUF2TO en C BUFRIV) worden vervolgens met elkaar gecombineerd tot een coverage CBUFALL. Via een reeks van dit soort snijdingen van deze coverage en andere, wordt de coverage CALL verkregen. Deze bevat enerzijds gedeeltelijk overlappende gebieden waarbin nen de voorziening niet gewenst is en anderzijds gebieden waarbinnen de voorziening wel gesitueerd kan worden. In de derde fase van de ruimtelijke analyse vindt een laatste selectie plaats op het uiteindelijke resultaat van de overlays, coverage C_ALL. Alle gebieden, waarbinnen situering van de voorziening is toegestaan, staan nu in een aparte coverage C_OK. 160

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 183