- Bij patroonherkenning op grijswaarde (multispectrale en textuur clas sificatie) wordt elk pixel als een afzonderlijk segment beschouwd. Een feitelijke segmentatiestap is dus niet nodig. Dit is wel het geval bij Mas sificatie op vorm; - Bij de image matching zijn we deze tweedeling van grijswaarde en vorm feitelijk al tegenkomen, respectievelijk als area-based en als feature-based matching; - Klassificatie op grijswaarde is veel gemakkelijker te realiseren dan Mas sificatie op vorm, daar gebruik gemaakt kan worden van statistische toetsen. Klassificatie op vorm is feitelijk alleen voor geconditioneerde scenes succesvol gerealiseerd. De mens is in staat om objecten te herkennen op grond van vorm alleen. Daaruit mag men de conclusie trekken dat vorm het belangrijkste basisele ment is. Maar de multispectrale klassificatie, reeds ingezet bij de eerste Landsat beelden, is feitelijk de enige methode die routinematig gebruikt wordt bij de computerondersteunde informatie extractie uit digitale ruimtelijke beelden. Vertaald naar ons schema betekent dit dat alleen het basiselement kleur gerealiseerd is. Bovendien moet men daarbij een hoog foutenpercentage voor lief nemen (20% is geen uitzondering). Er valt dus nog heel wat werk te verrichten. Matching met behulp van een parametermodel Aan beelddelen kunnen parameters toegekend worden als gemiddelde en variantie van de grijswaarden, vorm, oriëntering en textuurmaten. Op grond hiervan kan matching plaatsvinden met een model, waarin de verwachtings waarden van deze parameters -gegeven beeldtype en kenmerken van de objectruimte- gegeven zijn. Bij de multispectrale classificatie worden deze parameters, met name gemiddelde grijswaarde en variantie, geschat uit trainingsgebieden. Wat betreft de classificatie op vorm is alleen aan automatische wegendetectie in kleinschalige opnamen veel onderzoek verricht, maar een goed operationeel systeem is er (nog) niet. Het model beschrijft onder andere dat wegen een of hooguit enkele pixels breed zijn, de spectrale signatuur sterk afwijkt van die van de omgeving en overeenkomt met die van asfalt of steen en dat wegen een netwerk vormen en niet pardoes ergens zullen eindigen. Door dit model kan in het segmentatieproces gebruik gemaakt worden van randdetectoren. Maar door schaduw en occlusie zullen weggedeelten niet zichtbaar zijn. Om deze niet zichtbare delen toch zichtbaar te maken, moet meer kennis in het systeem gebracht worden dan thans het geval is. Figuur 6 toont een gescande klein schalige luchtfoto en de wegen die daaruit gedetecteerd zijn met een vrij geavanceerde methode. 177

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 200