door de verhoogde stralingsachtergrond in sommige delen van de baan. Het meetinstrument zelf blijkt perfect te werken. De gevolgen van de verschillende effecten zijn nog niet goed te overzien. Een voorzichtige conclusie is dat drie jaar voldoende is voor een zinvolle wetenschappelijke missie. Meetprincipe van Hipparcos Het Hipparcos meetinstrument bestaat uit een opgevouwen spiegeltelescoop, voorzien van een extra spiegel die het licht uit twee gebiedjes op de hemelbol in het brandvlak van de telescoop projecteert (figuur 3). In het brandvlak van de telescoop is een tralie van licht- en -ondoorlatende banden gemonteerd (figuur 4) 184 Figuur 3. Het meetprincipe: De stand van de satelliet in de ruimte verandert continu ten gevolge van een rotatie om de spin-as (de spinbeweging) en de precessie van de spin-as zelf. Een ster wordt kort na elkaar in het eerste en tweede beeldveld waargenomen. Dit herhaalt zich na twee uur, zij het dat de beeldvelden dan iets zijwaarts zijn opgeschoven, zodat nu sterren in een gedeeltelijk overlappende strook worden aangemeten. De satelliet bevindt zich, in tegenstelling tot wat de figuur suggereert, niét in een geostationaire baan. 2e BEE! le BEE GEOSTATIONAIRE BAAN SPIN-BEWEGIMG (168.75 °/UUR) SCHIJBARE DIAMETER VAM DE AARDE 17° BASISHOEK (58°) BEWEGING VAN DE ROTATIE-AS (4.5 °/DAG) HOEK VAN DE ROTATIE- AS MET DE ZON (43°) TELESCOOP

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 207