iedere 2.13 s de fase p [0,1) van het gemoduleerde signaal berekend. De positie
g van het sterbeeldje in de richting loodrecht op de tralielijnen is dan eenvoudig
te berekenen uit g=(n p)*s, waarbij n het -onbekende- aantal, en s de periode
van de tralielijnen is (s is -uitgedrukt in hoekmaat - ongeveer 1"208). Het aantal
tralielijnen n is niét meetbaar; deze wordt daarom uit de benaderde sterpositie
en de stand van de satelliet berekend. Aan het begin van de gegevensverwerking
resulteert dit in een groot aantal foute waarden voor n, hetgeen een extra
complicatie vormt tijdens de gegevensverwerking.
De benaderde sterpositie, magnitude en kleur van sterren is door een speciaal
consortium, het Input Catalogus consortium (INCA), uit de verschillende
beschikbare bronnen opgespoord en wanneer gegevens ontbraken aangevuld door
metingen vanaf aarde. Dit consortium heeft tevens het meetprogramma, de
sterren die Hipparcos moet gaan waarnemen samengesteld uit meer dan 200
voorstellen, gedaan door astronomen over de hele wereld. Deze gegevens zijn
niet alleen nodig voor de berekening van n, maar ook voor de (real-time)
standbepaling en de besturing van de Image Dissector Tube.
Aan beide zijden van het modulerende tralie is een aantal lichtdoorlatende
verticale en V-vormige spleten aangebracht (figuur 4). Deze spleten vormen
tezamen met een detectorsysteem het star-mapper meetinstrument, dat o.a.
gebruikt wordt voor de standregeling en besturing van de image dissector tube.
Het star-mapper signaal wordt echter ook naar aarde overgezonden en daar
verder geanalyseerd. De star-mapper gegevens vormen een tweede belangrijke
groep van waarnemingen.
De fase- en star-mapper metingen worden door twee internationale consortia
verwerkt. Het eindresultaat is een stercatalogus, die van ca. 110.000 sterren tot
aan magnitude 12, de positie, jaarlijkse eigenbeweging en parallax met een
nauwkeurigheid van enige milliboogseconden (resp. milliboogseconden per jaar),
alsmede de helderheid (magnitude) zal bevatten. De verwachte nauwkeurigheid
is twee ordes beter dan de beste tot nu toe bestaande catalogi; bovendien bevat
de Hipparcos catalogus veel meer objecten dan vergelijkbare catalogi (figuur 2).
Om een idee van de nauwkeurigheid te geven: één milliboogseconde is
éénmiljardste deel van een cirkel (0,001 ppm). Dit is het hoekje waaronder we
vanaf de Eiffeltoren in Parijs een golfbal zien op het Empire State building in
New York, 6500 km verderop!
De hoge nauwkeurigheid is in de eerste plaats te danken aan het feit dat de
metingen buiten de aardse atmosfeer plaats vinden. Door de afwezigheid van
atmosferische refractie, de systematische afbuiging van het licht t.g.v. de
gelaagdheid van de atmosfeer, is het mogelijk grote hoeken in één keer te meten.
Daarentegen wordt op aarde de waarnemingsprecisie begrensd door de
atmosferische turbulentie, terwijl locale en seizoensvariaties in de refractie
hinderlijke regionale fouten in de aardse catalogi veroorzaken.
Uit de star-mapper metingen wordt nog een tweede stercatalogus samengesteld
186