Dit eenvoudige en inzichtelijke resultaat doet vermoeden dat PDOP voor het meer realistische drie-dimensionale geval wel eens gelijk kan zijn aan de reciproque waarde van het door de drie eenheidsvectoren e41, ei2, ei3 opge spannen volume. In artikelen en tekstboeken handelend over GPS komt men dan ook wel eens de bewering tegen dat PDOP l/volume(eil,ei2,ei3). Dit resultaat is echter helaas onjuist. Het juiste antwoord is vrij gemakkelijk uit (4) af te leiden en luidt: PDOP=l/3[v'{S(Oj)2}]/[volume(eil, ei2, ei3)], waarbij Oj, j=1,2,3, de oppervlakken zijn van de drie door de eenheidsvecto ren ejj, j 1,2,3, opgespannen zijvlakken (zie figuur 2b). i ei( c Wanneer we PDOP vermenigvuldigen met o en delen door 3 krijgen we een maat voor de gemiddelde standaardafwijking. Het PDOP-concept komt dan ook overeen met het door de geodeet F.R. Helmert [1843-1917] geïntrodu ceerde, en nog steeds in de Duitse geodetische literatuur veel gebruikte, concept van de "Mittler Punktfehler". Het voordeel van het PDOP-concept is 220 ei2 I i Figuur 2: PDOP

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 243