geschikt. (Fasemeting geïntegreerd met pseudo-afstandmeting vindt natuurlijk wel zijn toepassing in de navigatie.) Voor landmeetkundige toepassingen daarentegen zijn de fasemetingen, in tegenstelling tot de looptijdmetingen, bijzonder geschikt. De fasemetingen zijn ongeveer twee ordes preciezer dan de beste looptijdmetingen. Bovendien maakt simultane fasemeting met meer ontvangers het mogelijk om de schadelijke invloed van modelfouten in de vastgehouden satelliet-banen en atmosferische modellen voor een belangrijk deel te dempen. Een relatieve precisie in de orde van 10"6 lijkt voor veel landmeetkundige toepassingen alhaalbaar. Bij de landmeetkundige toepassing van GPS is het model van waarnemings vergelijkingen impliciet opgebouwd uit verschillen van afstanden tussen ontvanger- en satellietposities. Om dit te illustreren beschouwen we weer vergelijking (8). Veronderstel dat vanuit twee verschillende lokaties met twee ontvangers, 1 en 2, simultaan naar dezelfde satelliet j gemeten kan worden. Nemen we het verschil van beide metingen dan volgt dat in dit verschil de initiële fase van het satellietsignaal geëlimineerd is en de klokterm alleen nog maar de instabiliteit bevat van de ontvangersklokken. BB Veronderstellen we verder, dat een dergelijke verschilmeting op hetzelfde tijdstip ook naar satelliet k wordt uitgevoerd, dan volgt uit het verschil van 227 Figuur 4: Dubbel-verschilmeting.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 250