vaak afhankelijk van deze omschrijving. Het moet dus goed en helder gebeu ren. Na het verzamelen van allerlei gegevens wordt bij de planning het netwerk ontworpen en de duur van de meting vastgesteld. De laatste wordt natuurlijk afgestemd op de beoogde precisie. Men dient er rekening mee te houden dat het project door onvoorziene tegenslagen langer kan duren. Bijvoorbeeld, hoewel GPS-metingen ook onder slechte weersomstandigheden uitgevoerd kunnen worden, zullen de stations dan veel moeilijker bereikbaar zijn waar door vertraging kan optreden. Na de planning volgt een verkenning in het veld. Hierbij is het van belang dat de GPS-antenne stabiel opgesteld kan worden met rondom vrij zicht boven een zekere elevatiehoek, bijvoorbeeld van 15 In tegenstelling tot de klassieke metingen is onderling zicht tussen de stations niet nodig. Op een zeeplatform zal men meestal te maken hebben met de ijzeren konstructies waardoor moeilijk voorspelbare "multi-path" effecten kunnen optreden. Dit zal de meetnauwkeurigheid ongetwijfeld nadelig beïnvloeden. Een andere belangrijke zaak is de verzekering van GPS punten. Vooral bij deformatiemetingen worden zeer hoge eisen gesteld aan de stabiliteit. De pijlers moeten op harde ondergrond een zware fundering hebben en eigenlijk ook een dubbelwandige warmte-isolatie. Helaas is de verzekering van punten in sommige landen een hopeloze zaak omdat geodetische stenen, bronzen bouten en stalen pijpen geliefde verzamel-objecten zijn voor de bevolking. De uitvoering van GPS-waarnemingen ten behoeve van basislijnen is simpel daar de ontvangers geheel automatisch werken. Er zijn alleen een aantal routine handelingen nodig voor het opstarten en afsluiten van een meting. Een meetsessie voor de bepaling van één of een aantal simultaan te meten basislij nen duurt gemiddeld 2 uur. De meeste vergissingen worden gemaakt met de bijmetingen ten behoeve van de antenne offset en vooral van de antenne hoogte met een precisie van één millimeter (een kritisch onderdeel van de "Registratie"). Naar onze ervaring kunnen bij GPS-metingen in de praktijk de volgende standaard problemen optreden: 1. transport 2. communicatie 3. stroomvoorziening 4. stabiele vastlegging van punten 5. antenne offset (vooral in hoogte). 239

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 262