gevolge van reflekties en afscherming van de signalen. In bosrijke gebieden kunnen signalen van lage-elevatie satellieten bovendien ekstra verzwakt worden ten gevolge van het relatief lange pad door het bladerdak. Deze twee foutoorzaken stellen ons voor een lastig probleem. De veel ge bruikte filtertechnieken voor ruwe pseudo-ranges of posities zullen om twee redenen niet voldoende tot de gewenste verbetering van de nauwkeurigheid leiden. Ten eerste is de toegepaste Selective Availability niet gedefinieerd. Het is geen random proces met een gemiddelde fout gelijk aan nul. Met SA streeft men er immers naar de nauwkeurigheid voor de civiele gebruiker effektief te reduceren. Ten tweede bevatten de SA-verstoringen zeer lage frekwenties wat ons zou dwingen om onpraktisch trage filters toe te passen. En ten slotte hebben de reflekties in steden een gekompliceerd karakter. Reflekties komen altijd later in de ontvanger aan dan de direkte signalen. De kansdichtheidsver- deling van de tracking-fouten heeft daarom waarschijnlijk een bias. Afscher ming zal de GPS-ontvanger ervaren als een afnemende signaal-ruisverhouding. Maar bij volledige afscherming van het direkte signaal en met gelijktijdige ontvangst van reflekties zal in de ontvanger wellicht de 'low-SNR' bel ten onrechte niet gaan rinkelen. Maar hoewel de gemelde problemen de nauwkeu righeid van GPS in stedelijke omgeving ongeveer 100 m tot 1 km zal bedra gen, is dat voor veel toepassingen nog ruim voldoende. De vraag rijst dan wel of goedkopere systemen zoals Loran-C niet een beter alternatief vormen. GPS als 'sole-means navigator9, of als sensor in gehybridiseerd auto-navigatie systeem De lezer zal zich nu misschien afvragen of GPS/Navstar eigenlijk wel geschikt is voor voertuignavigatie. Het antwoord kan een overtuigend ja zijn indien GPS niet als een zelfstandig - sole-means - systeem wordt toegepast. De GPS- ontvanger moet geholpen worden door 'rate-aiding'-informatie bijvoorbeeld afkomstig van wiel-sensoren en magnetische kompassen. Een andere mogelijk heid is dat de GPS-ontvanger dient als sensor in een gehybriseerd of geïnte greerd navigatie-systeem. Beide oplossingen behoeven een nadere uitleg. GPS-ontvangers verliezen in stedelijk gebied vaak het signaal hetgeen de kode- en de draaggolf-tracking onderbreekt. Wanneer het signaal weer terugkeert, wordt de tracking met behulp van een initialisatie-procedure weer opgestart. Bij frekwente signaalinterrupties is de tijd die benodigd is om de ontvanger weer in de track-mode te brengen,een belangrijke parameter. Laten we eens aannemen dat de initialisatietijd van de ontvanger 2 sekonden bedraagt en dat het voertuig, rijdend door een gebied met veel bebouwing, de gewenste satelliet tussen twee huizenblokken gedurende slechts 2,1 s kan 247

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 270