De conclusie is duidelijk: klimaatverandering heeft via warmer water en zeespiegelrijzing meer vis en bodemdieren in het Waddenzeegebied tot gevolg, hetgeen aan het eind van de voedselketen een positief effect heeft op de trekvogelstand!!! Meten van zeespiegelrijzing De voornaamste interesses van de Rijkswaterstaat (RWS) - als maatschap- pelijk-dienstverlenende organisatie - met betrekking tot zeespiegelrijzing liggen uiteraard bij de zogenaamde "impacf'-studies, het afschatten van de conse quenties bij verschillende scenario's. Daarnaast is het feitelijk meten van zeespiegelrijzing in Nederland een zaak van de Dienst Getijdewateren van de Rijkswaterstaat (DGW). Reeds in het begin van dit artikel is gewezen op het belang van de bodembewegingscomponent in de gemeten zeespiegelrijzing. Hier wordt dus de inbreng gevraagd van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat (MD), die binnen de RWS de geodetische discipline vertegen woordigt. De samenwerking tussen MD en DGW, gericht op het meten van de - versnelde - zeespiegelrijzing, kent dan ook een aantal elementen, die gezamenlijk het beeld moeten opleveren op grond waarvan beleidsbeslissingen over eventuele dijkverhoging en dergelijke, genomen kunnen worden. Enkele van de meest belangrijke onderzoeksaspecten zijn: - de invloed van de gebruikte statistische analysemethode op het uiteindelijk verkregen cijfer voor de zeespiegelrijzing; - het uit de Nauwkeurigheidswaterpassingen van Nederland afleiden van de hoogteverandering van de zogenaamde Nulpalen ten gevolge van bodem beweging; dit zijn ondergrondse peilmerken van het NAP die de hoog tedefinitie van de peilschaal vastleggen. Tot dusver zijn hiervoor water pasmetingen gebruikt vanaf ongeveer 1930; er wordt nog onderzocht in hoeverre de Eerste Nauwkeurigheidswaterpassing van het einde van de vorige eeuw te gebruiken is, zodat de bodembeweging van Nederland - en dus ook van de peilschalen - over de laatste 100 jaar bekend is; - het ontwerpen van een meetopzet gebaseerd op moderne puntsbepalings- systemen ter verificatie van de hoogteligging van de peilschalen in de toekomst. Ofschoon waterpassen nog wel een heel aantal jaren in de mode zal blijven, is voor de specifieke toepassing van het bepalen van hoogten van nulpunten van peilschalen de methode wel erg arbeidsintersief en dus duur. Er wordt daarom een meetschema ontworpen met toepassing van VLBI (Very Long Baseline Interferometry) en/of SLR (Satellite Laser Ranging) als ruggegraat en GPS (Global Positioning System) als verdich tingsmethode. In figuur 4 wordt deze meetopzet nog eens verduidelijkt. 256

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 279