meters reeds aanzienlijke voordelen te behalen zijn bij kleinschalige fotogram- metrie. Geschiedenis test Naar aanleiding van deze positieve geluiden, besloot de MD in de zomer van 1987 een test uit te voeren met een GPS-ontvanger aan boord bij een groot schalige (1:4000) fotovlucht. Doel van de test was enerzijds om inzicht te krijgen in de haalbare precisie voor de GPS-waarnemingen, anderzijds om te onderzoeken wat voor paspuntbesparing het gebruik van GPS als hulpinstru ment voor grootschalige fotogrammetrie op zou kunnen leveren. (De MD vliegt bijna uitsluitend op schalen 1:4000 - 1:5000). Op zoek naar een gebied Het gebied, waar de test werd uitgevoerd, moest aan enkele specifieke eisen voldoen: - De meetkundige grondslag ten behoeve van de paspunten moest snel uitgezet kunnen worden; het terrein moest zoveel mogelijk vrij zicht hebben. - Omdat de pas- en controlepunten ook met GPS zouden worden ingemeten, moesten obstakels als hoogspanningsmasten, hoge bomen en gebouwen en dergelijke worden vermeden. - De paspunten moesten goed per auto bereikbaar zijn. Het was met name het eerste criterium, dat de keuze op de flevopolder deed vallen. Het landschap vertoont er een zeer regelmatig patroon, en er zijn nauwelijks obstakels die het zicht belemmeren. Het gebied was zelfs zo 'landmetervriendelijk', dat de verkenning grotendeels achter het bureau, op de kaart kon worden uitgevoerd. Het uiteindelijke gebied mat ongeveer 4 x 4 km en was dicht belegd met geschilderde (duurzame!) paspunten. Door de manier waarop de polder hier verkaveld is, konden alle paspunten op betonnen bedrijfsweggetjes worden aangebracht. Zolang de werkzaamheden tot deze weggetjes beperkt bleven, hadden de boeren geen bezwaar tegen een ploeg landmeters op het erf. De ligging van de paspunten is aangegeven op figuur 1. Het vliegplan Volgens het oorspronkelijke vliegplan zouden er 24 stroken gevlogen worden; 12 van zuidwest naar noordoost en 12 loodrecht daarop. De stroken zouden gevlogen worden met een langsoverlap van 80% en een dwarsoverlap van 60%. Dit laatste om enerzijds een zo nauwkeurig mogelijk blok te krijgen, anderzijds om de mogelijkheid te hebben, door het weglaten van foto's, een 'standaard blok' met 60% langs- en 20% dwarsoverlap te vormen. De kruis- bevlieging was bedoeld om de inwendige oriëntering van de camera ook goed 263

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 286